Glamperen
Metgezel en ik overnachten in een ingerichte tent op een kampeerterrein bij Holten. “Clamping”, wordt dat honend genoemd, ontdekte ik: glamour-camping. Kamperen doe ik zelden op kampeerterreinen. Ik zie zo’n tent meer als vakantiehuisje. Er is een bed, een wc en een kookhoekje. Er staat zelfs een ligbad!
We hadden gewandeld op de Holterberg. Hei en bos. Op de hei zijn ’s lands laatste korhoenders aan het uitsterven. We zagen ze niet. Wel bloeide de hei. Wat een paars onder de blauwe hemel! Purple haze. Geen purple rain, het was een glorieuze zomerdag zonder veertje wolk.
Met verhitte lijven, dorstige kelen en stramme benen genieten we van onze glamourtent, van de konijnen ernaast, de spechten erboven. Veel vogels horen we echter niet, wellicht vanwege het geraas van de snelweg.
Als ik in mijn achtertuin zit, hoor ik bij westenwind soms het verkeer op de ringweg, een halve kilometer verderop. De weg ligt verdiept, er staan huizen langs. Ik hoor er zo weinig van, dat ik me moeiteloos kan inbeelden dat het de ruisende zee is.
Als de bewoners langs die ringweg evenveel horen als wij in onze glamourtent, dan heb ik met hen te doen. De A-1 snijdt hier door de Sallandse Heuvelrug, eveneens verdiept en nog met een bos op de taluds ook. Toch ziedt het motorgeronk hier veel luider. Misschien komt het doordat auto’s er 130 mogen rijden en geen 70 (en dus 150 rijden in plaats van 90). Niks ruisende zee.
Wij drinken er een glaasje op en nog één en soezen weg in dat ligbad. We slapen onder een muggennet. De lucht is fris en ’s morgens ontbijten we in de zon. Heerlijk, dat glamperen.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 1 sept. 2015)