De hazelaar bloeide 7 januari in Voorburg, zo meldt Peter van Dalen, en in Groningen zie ik ze intussen ook gehuld in een geelgroene sluier van katjes. Dat zijn mannelijke bloemen. De piepkleine vrouwtjesbloemen verschijnen als rozerode plukjes op eivormige knopjes boven de katjes. Die zijn te klein om te hangen, zoals de katjes. De rozerode draadjes zijn de stempels. Hazelaars bloeien lang voordat hun blad verschijnt.

Reinder de Boer zag op 10 januari narcissen bloeien, in het Haagse Bos. In IJhorst, een gehucht bij De Wijk, een dorp bij Meppel, zag ik maandag 12 januari Judaspenning bloeien. Ik heb één keer een Judaspenning in december zien bloeien, maar 12 januari is ook rijkelijk vroeg. Alles is vroeg, dit seizoen. Alles?
Henry Esser vond op eerste kerstdag nog drie verse vliegenzwammen in het landgoed van Twickel, bij Delden. Alles is laat, dit seizoen. De winter blijft hangen in de herfst, met wind en regen. En hoe guur ook, dat is een zachte winter. Wat te merken is aan planten en dieren.

Afgelopen weekend werden er 574 ooievaars geteld, vogels die geacht worden naar Afrika te trekken. Een stuk of 1500 doen dat ook wel, maar steeds meer ooievaars blijven ‘s winters hier.

Ik ben benieuwd wat komend weekend oplevert aan zomersoorten tijdens de tuinvogeltelling. Zwartkopjes misschien, of tjiftjaffen. Daarvan trotseren er net als ooievaars altijd wel een paar onze kwakkelwinter. Ik mag zondagochtend bij Vroege Vogels meetellen, na half 9 op radio 1. We zitten in de geïmproviseerde studio in gasterij Stadzigt, bij het Naardermeer, met zigt niet op een stad, maar op gras, sloten en een bosrand. Ik reken op grote zilverreigers en hoop op nog excentriekere tuinvogels.

(Natuurdagboek Trouw vrijdag 16 jan. 2015)