Verstikt door stikstof
Veel planten hebben last van ’s lands stikstofuitstoot, hoewel geen plant zonder stikstof kan. Stikstof is een voedingsstof voor planten en is van nature alomtegenwoordig. Het probleem is de gigantische hoeveelheid ervan.
Water is ook onmisbaar en alomtegenwoordig. Maar het kan ook zondvloeden teweeg brengen. Het gaat om de balans, zouden ze tegenwoordig in glossy lijfstijlbladen zeggen. De stikstofbalans is doorgeslagen, onze vegetatie lijdt aan obesitas. Nog afgezien van wat wijzelf uitstoten, laten onze 100 miljoen kippen, 11,4 miljoen varkens, 7 miljoen auto’s, 3,8 miljoen runderen, 3 miljoen katten, 2 miljoen honden, 1,3 miljoen schapen en geiten te veel winden. Dat leren we ze niet af.
Vooral runderen zijn stikstofleveranciers. Als we minder stikstof willen, moet de veestapel krimpen. Niet het aantal boerenbedrijven. Integendeel, dat daalt al jaren, en elk gestopte bedrijf wordt bij een naburig megabedrijf gevoegd. Het aantal boeren mag wel hoger, als de hoeveelheid vee maar daalt.
Sommige planten doen het uitstekend op al die stikstof, zoals diverse grassen, waaronder het raaigras dat de snelgroeiende en vaak gemaaide turboweilanden kenmerkt. Maar ook akkerdistel, brandnetel, fluitekruid, kleefkruid, koninginnekruid, reuzenbalsemien, reuzenbereklauw en Japanse duizendknoop doen het er goed op. Allemaal snelgroeiende veelvraten. Ze slaan meer stikstof op in hun weefsel, wat misschien invloed zal hebben op bijvoorbeeld rupsen die ze eten.
Tegen een verstikkende wildernis van snelgroeiende veelvraten kan geen orchidee op. Die wil stikstofarme grond: onbemeste hooilanden bijvoorbeeld, of heidevelden. Kalk is vaak wel gewenst en spoelt weg dankzij stikstof. Ooit algemene bloemen als beemdkroon, duifkruid, pimpernel, koekoeksbloem en tientallen andere hebben het nakijken, net als de bijen, wantsen, zweefvliegen en vlinders die afhankelijk zijn van die bloemen.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 16 juni ’22)