Vermenigvuldigende kevers
God moet hartstochtelijk van kevers gehouden hebben, is een gevleugelde uitspraak die aan Darwin wordt toegeschreven. Want waren de insecten al een enorme orde van diersoorten, daarbinnen vormden de kevers het leeuwendeel. De meerderheid van hen is nog niet ontdekt, en de schattingen lopen ver uiteen. Maar hoeveel het er ook zijn, waarschijnlijk is de helft van alle diersoorten een insect en de helft van alle insecten kever. Volgens de laatste, zeer bescheiden schatting zijn er anderhalf miljoen soorten kevers.
Europa komt er bekaaid af met twintigduizend en in de Benelux komen slechts ruim vierduizend soorten kevers voor. Die variëren in formaat van speldenknop tot pingpongbal. Sommige bewegen nauwelijks en eten bloemen, andere rennen als een gek achter prooidieren aan. Er zijn aas- en alleseters, vliegende en lopende kevers. Maar allemaal zijn ze gezegend met een enorme voortplantingsdrift. Als er één diergroep vaak in de vermenigvuldigingshouding wordt gezien, zijn het wel kevers.
Volgens Genesis moest de mens voor straf paren en baren. Waarom ook kevers op die manier gestraft werden, staat er niet bij. Als geen ander gingen ze heen en vermenigvuldigden ze zich. Indien kevers eerder geschapen werden dan mensen, vond God dat kevergedrag kennelijk zo geslaagd, dat Hij het vervolgens op alle dieren en de mens toepaste. Misschien zijn kevers wel de kroon der schepping!
De kevers op de foto hebben een breed, vrij bol lijf. Een fraai rood lijf, met rode heupen op zwarte onderbenen, en een zwarte romp en kop. Na de daad leggen vrouwtjes hun bevruchte eitjes in een hazelaarblad, dat ze tot een kraamkamertje oprollen. Ze heten daarom hazelaarbladrolkevers. Als de larven uitkomen, eten zij hun babykamer van binnenuit op.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 1 juli 2016)