In een hoekje van de tuin broedde het paartje tjiftjaf drie eieren uit. Gertjan Wismeier maakte er een foto van. Hij is bezorgd over de kat van de buren. De kat van de buren – ’s lands grootste tuinvogelkiller. Je doet er weinig aan; hoezeer we ook op tuinvogels gesteld zijn, we zijn nog meer gesteld op de kat. Katten laten we mezen en merels uitmoorden en we belonen ze er nog voor ook, met strelingen en brokjes. Als kattenhouders moeten we onderdanig en volgzaam zijn, omdat een kat nou eenmaal heerst. En als onderdanige lieden beperken we onze meesteres niet in heur moordlust.

Als je de buurvrouw vraagt of ze haar kat een kattenbelletje om wil doen, zal ze zeggen dat zulks bij haar kat niet werkt en weigert ze glimlachend. Toch kun je haar zover krijgen. De truc uit de marketing is eerst een gigantisch offer te vragen, dat geweigerd wordt, waarna men geneigd is de weigering goed te maken met een kleine handreiking. Vraag de buurvrouw of ze haar kat twee weken binnenhoudt, omdat de vogels uitvliegen. Ze weigert. Oude mensen laten we maanden binnen zitten, maar voor huiskatten vinden we dat zielig. Vraag of ze haar kat dan het belletje wil aanbinden, dat u reeds kocht en gratis aanreikt. Nu kan ze haast niet weigeren.

Het is kuikentijd. De meeste kuikens gaan eraan. Mezen zijn relatief veilig in hun kastjes. En tjiftjaffen verstoppen zich goed. Je ziet ze weinig, terwijl ze één van onze talrijkste bos- en tuinvogels zijn. Hun luide getjiftjaf hoor je des te meer, maar als ze jongen hebben, houden ze zich koest.