Tip: oranjetipjes

Tip: oranjetipjes

Oranjetipje. Foto Dhr. Gerben
Oranjetipje. Foto Dhr. Gerben

Als de zon schijnt en het niet hard waait, fladderen er boven de pinksterbloemen in mijn tuin vaak oranjetipjes. Als ik dan buiten zit, en de avondzon schijnt dwars door de lila bloemen en de wit-oranje vleugels, dan ben ik heel tevreden.

Prachtig vind ik ze, ze zijn mijn lievelingsvlinders. Ze zijn één van de minder algemene van de algemene vlinders. Je ziet ze niet steeds, een oranjetipje blijft bijzonder, maar je ziet ze vaak genoeg om ze niet te vergeten. Daarbij is dat oranje een vrij zeldzame kleur in de natuur.

Oranje is bepaald niet mijn lievelingskleur trouwens. Ik heb er ook geen hekel aan, het kan best mooi zijn, maar het doet me denken aan koningshuis, voetbal en Baghwan, drie uitingen van collectieve waanzin waar ik weinig van snap. Maar het kan mooi zijn, en op de vleugels van een oranjetipje mag het er wezen!

Oranje bloemen zijn er in het wild weinig. Oranje havikskruid is er een. Het bloeit pas als de oranjetipjes dood zijn. Ook als ze tegelijk leven, zul je een oranjetipje niet gauw op havikskruid zien. Oranjetipjes zetten hun eitjes af op pinksterbloem en look-zonder-look, twee bloemen die in mijn tuin uitbundig bloeien. De eileggende vlinders bezoeken heel wat plantjes, want eitjes kunnen niet dichtbij elkaar worden gelegd. De rupsen zijn einzelgängers. Ze willen de hele plant voor zich zelf. Rupsjes nooitgenoeg.

Mei is de maand van de oranjetipjes maar ik zag er half april al veel. Soms fladderden er drie mannetjes tegelijk rond. De mannen hebben oranje vleugeltipjes, de vrouwtjes niet. In juni verdwijnen de vlinders, maar zitten de rupsen als knalgroene takjes op de uitgebloeide planten.

(Natuurdagboek Trouw 23 april 2014)

DELEN
Reacties zijn gesloten.