Tip: oranje

Nu de pinksterbloemen bloeien, vliegen ook de oranjetipjes rond. Oranjetipjes zetten hun eitjes af op pinksterbloemen en op look-zonder-look, dat ook bijna in bloei staat. De vlinders zetten hun eitjes niet uitsluitend op die twee planten af, ik zag ze eens rondvliegen bij bosveldkers, en andere kruisbloemigen komen vast ook wel in aanmerking, maar pinksterbloem en look-zonder-look zijn zonder meer favoriet.
Pinksterbloem is ook één van mijn favorieten; als ik mij ei kwijt wou, wist ik het wel. De pinksterbloem in kwestie hoeft er niet blij mee te zijn, want een oranjetip-rups eet hem op. Rupsen zijn vreetmachines, vlinders niet. Vlinders eten niet of nauwelijks, ze drinken nectar als brandstof voor hun energieslurpende gevlieg, maar verder zijn ze er alleen maar even om te paren en eitjes te leggen.
Omdat die rupsen zoveel eten, is meer dan één rups per plant te veel. De rupsen, ook al zijn ze broers en zussen, kunnen elkaar niet uitstaan. Als ze elkaar tegenkomen, eten ze elkaar op. Daarvoor legt hun moeder geen eitjes, dus die deponeert één eitje per plant. Zit daar al een eitje op, dan zoekt ze een andere pinksterbloem. Vandaar dat het handig is er vroeg bij te zijn. Wie het eerst komt, het eerst maalt.
Oranjetipjes zijn witjes met vleugels die van onder groen-gemarmerd zijn en van boven wit met oranje toppen, alsof ze even in de verf gedoopt zijn. Althans, de mannetjes hebben die oranje vleugeltoppen. Oranje is een vrij zeldzame kleur in de natuur. Sommige vruchten, sommige tuinbloemen, een enkel insect. Bij vlinders is de kleur vrij wijd verbreid, maar geen vlinder is zo oranje als de vleugeltoppen van het oranjetipmannetje.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 22 april 2015)