Spreeuwenglans

Toen ik mijn boek (over) De Spreeuw schreef, speelde ik even met het idee alle circa 110 spreeuwensoorten van de wereld in het wild te gaan zien. Het enorme gereis dat dat zou vereisen, deed me ervan afzien. Er zijn spreeuwen die uitsluitend op afgelegen eilandjes voorkomen.
In Europa komen drie soorten spreeuwen voor, in Azië een stuk meer en Afrika spant de kroon. Ik ben meermaals in Afrika geweest en heb daar behalve amethistspreeuwen en lelspreeuwen zowat twintig soorten glansspreeuwen gezien. Dat heb je trouwens al snel in Afrika. Wij hebben één graszanger, zij hebben er twintig. De glansspreeuwen zijn prachtig. Ze overtreffen onze spreeuwen in blauwe, groene en paarse glans. In Tanzania zie ik ze weer eens.
Hun Engelse namen zijn bekender dan hun Nederlandse, ook onder Nederlandse vogelaars. Dat is wel zo praktisch. Mijn Afrikaanse vogelboeken zijn Engelstalig en onze gids in Tanzania spreekt behalve Swahili vloeiend Engels. Om de prachtige glans van de glossy starlings weer te geven is er een splendid starling en zelfs een superb starling. De laatste – driekleurige spreeuw in het Nederlands – is ook werkelijk een plaatje, met behalve zijn blauwgroene rug en zwarte kop ook nog een oranje buik.
Onze gids Mohamed is een getrainde vogelaar. Samen met hem speuren we naar vogels en zien we onder meer groenstaartglansspreeuwen. Die hebben eigele oogjes. Maar sommige hebben een iets kortere staart en knalrode oogjes. De enige glossy starlings met rode ogen zijn volgens het boek The Birds of East Africa pijlstaartglansspreeuwen. Alleen komen die volgens het verspreidingskaartje in datzelfde boek maar in een klein deel van Tanzania voor, en bepaald niet in het deel waar wij zijn.
Mohamed wordt er opgewonden van. Hij wil mijn foto’s van dat beest opsturen naar de redactie en hoopt in de volgende editie het dankwoord te halen. Ik zou het hem van harte gunnen.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 15 januari ’19)