Paars zenegroen

Weer zou ik bijna schrijven dat het één van mijn lievelingsplanten is. In mijn lievelingsplantentop-10 verdringen zich ik weet niet hoeveel soorten. Ik geef ze gedeelde eerste, tweede en verdere plaatsen. Ik kan niet kiezen, dat is het probleem.
Kruipend zenegroen kruipt omhoog in de ranglijst. Ooit binnengekomen met stip, ik was 16. In de vijfde van de middelbare school mocht ik als werkweekbestemming kiezen tussen Londen, Parijs en Valkenburg. Ik kon niet kiezen en dus werd het Valkenburg. In de bosrand van een voor Nederlandse begrippen oud loofbos zag ik kruipend zenegroen. Ik meen er zelfs piramidezenegroen gezien te hebben, maar daar moet de vergetelheid me parten spelen, of de onthoudelheid, want dat kan haast niet. Priamidezenegroen is compacter gebouwd en veel zeldzamer. Het komt alleen voor in de Kennemerduinen. Kruipend zenegroen kruipt op veel meer plaatsen rond, vooral op vochtige grond langs de bosrand van eiken en beuken.
Het heeft paarse, heel soms witte of roze bloemen, die in een soort trossen rechtop staan en die wekenlang bloeien. Doordat het via wortelstokken om zich heen kruipt, is zenegroen handig als bodembedekker. In het wild zie ik soms hele velden ermee vol staan. In Nederland zie ik dat niet zo vaak, daar staan ze vaak wat verspreider in het gras. Maar uit Frankrijk en Italië herinner ik me de mooiste tapijten van zenegroen. Vooral in Toscane zagen sommige bergweidjes zenegroen-paars. En in het bos van Compiègne in Frankrijk vond ik wit zenegroen.
Allemaal kaarsrecht. In mijn tuin heb ik de plant ook. Vier bloemen in totaal, waarvan er drie op de foto staan. Het mogen er veel meer worden. Kruip maar flink rond, zenegroen!
(Natuurdagboek Trouw 20 mei 2014)