Over de steenblokken op de pier van IJmuiden hipt een zangvogel. Het is een pieper, maar welke? Ik twijfel tussen gras- en oeverpieper. Graspiepers zijn vogels van grasland en oeverpiepers van rotskusten, dus de omgeving lijkt meer des oeverpiepers. Maar in de trektijd vliegen er gras- zowel als oeverpiepers langs de kust.

De verschillen in uiterlijk zijn subtiel. Een oeverpieper is iets groter, maar hoe schat ik zonder vergelijkingsmateriaal zijn omvang? Bovendien is er overlap in lengte. De oeverpieper begint waar de graspieper eindigt: vijftien-en-een-halve centimeter. Oeverpiepers hebben een iets zwaardere snavel en een iets langere achterteen. Yeah right; zou die snavel zwaar genoeg zijn?

Oeverpiepers zijn iets donkerder en grijzer dan Graspiepers. De laatste hebben bovendien duidelijker vlekjes op hun flanken, terwijl die van oeverpiepers wat diffuser zijn.

Twee ervaren vogelaars die ik raadpleeg zien meteen dat het een oeverpieper is. Geen twijfel mogelijk. Intussen weet ik dat deze oeverpieper vijf dagen eerder ook al op de pier gezien werd, door Willem van der Waal & Anna Mara Smit. Die gaven hem net als ik door aan oeverpieperonderzoeker Kjell Mork Soot van de Noorse Sunnmøre-ringgroep.

De vogel staat geregistreerd als Stavanger ED05032, sinds hij op 8 augustus bij Maletangen aan de Noorse kust een inloopval binnen hipte. Behalve de metalen ring kreeg hij van vogelringer Øystein Wiik een gele plastic ring met inscriptie MSC. De vogel woog 24,1 gram en had een vleugellengte van 9,4 centimeter.

Maletangen ligt 1177 kilometer ten noorden van IJmuiden. Oeverpiepers broeden in holten op steile oevers aan de kusten van Noorwegen, Groot-Brittannië, Ierland en Bretagne en langs de Oostzee en Botnische Golf. In de herfst zwermen ze uit langs de kusten en oevers van West- en Zuid-Europa.

(Natuurdagboek Trouw donderdag 27 okt. 2016)