Laat de uil toch dutten

Laat de uil toch dutten

Kerkuil. Foto Harvey van Diek harveyvandiek.nl
Kerkuil. Foto Harvey van Diek harveyvandiek.nl

In een vogelkijkhut in Noordwest-Groningen vond ik wel eens uileballen. Sindsdien kijk ik altijd omhoog als ik daar kom. En op een dag is het raak: er zit een kerkuil te dutten.

Verder kijkt niemand naar boven. Iedereen kijkt door de kijkgaten naar het Lauwersmeer. Niemand zit op de houten bankjes, iedereen staat. Er staat een gezin met drie kinderen naar buiten te kijken, ze hebben één roestige verrekijker, ze kennen geen van de vogels bij naam. Watersnippen, brandganzen, zilverreigers, slechtvalken, brilduikers. De vogelaars turen zwijgend door hun telescopen.

Ik slaak een kreetje van blijdschap als ik de kerkuil ontdek en voordat ik besef wat ik doe, zeg ik: “kijk, een uil!” Hoewel ik iedereen de opwinding van zo’n waarneming gun, heb ik meteen spijt. De aanwezigen dringen zich onmiddellijk langs mij heen naar de plek waarnaar ik keek en beklimmen de bankjes. De uil zit in een kier naar buiten gericht, met de rug naar ons toe. Ik bespeur een subtiele beweging in zijn kop. “Mensen”, probeer ik, “kijk naar de uil maar klim er niet heen, laat hem alstublieft dutten, verstoor hem niet.”

Mensen – horkeriger wezens zijn er niet. En dan zijn dit welwillende natuurliefhebbers. Mijn pleidooi heeft enig effect. De kinderen worden door hun ouders tot terughoudendheid gemaand. De vogelaars vertrekken, die hebben al zo vaak een kerkuil gezien..! De moeder wil zich met haar zoontje buiten de hut door de rieten mat persen om de uil van voren te benaderen, telefoon in de aanslag op fotografeerstand. Gelukkig hoef ik alleen maar naar ze te kijken, of ze zien af van hun expeditie. Voortaan zwijg ik als ik een uil zie.

(Natuurdagboek Trouw dinsdag 8 maart 2016)

DELEN
Reacties zijn gesloten.