Jonge kuifeendjes
Jonge eendjes zijn altijd schattig, maar jonge kuifeendjes zijn zo schattig dat de melk er spontaan van zou toeschieten. Zwarte donsbolletjes zijn het. Ik zie ze niet vaak. Maar nu wel, in de Biesbosch.
Zeven jonge kuifeendjes zwemmen in een kleine plas, langs de weg uit Werkendam naar de Biesbosch. Wat riet en bosjes langs de oevers, een fuut en twee meerkoeten in de buurt. Niets kan de idylle verstoren.
Niets? Nou, ik heb op het IJsselmeer eens gezien dat twee mantelmeeuwen een gezin kuifeendjes opslokten. De meeuwen werkten samen, ze vlogen op een kundig ingeschatte afstand van elkaar. Eerst kwam mantelmeeuw één, die aanviel, waarop moedereend zich klapwiekend opwond en de eendjes onderdoken. Het gevaar leek afgewend, maar precies op het moment dat de eendjes weer bovenkwamen, passeerde mantelmeeuw twee. Hap, slik, weg.
Hier op dit besloten plasje zie ik eerder het gevaar van een reiger. Blauwe of zilver-, beide reigers pikken zo’n kuiken moeiteloos op en slikken het in één keer door, waarbij ze hun keel opstrekken om de zwaartekracht het werk te laten doen. Gelukkig zie ik geen reigers. Vele gevaren bedreigen jonge eendjes, en onze geliefde huiskat is één van de geduchtste. Deze kuifeendjes echter hebben zo ver van de bewoonde wereld hopelijk geen kat te duchten, of het moet al een verwilderde zwerfkat zijn. Een otter zou een kuiken lusten, maar otters zijn hier (nog) niet. Bevers wel, maar die eten geen gevogelte.
Kuifeenden verstoppen hun nest in oevervegetatie en zijn tijdens het broeden onzichtbaar en heel lastig te vinden. Verlaat de eend het nest om voedsel te zoeken, dan bedekt ze de eieren met planten. Weldra is hun broedseizoen voorbij, en zullen er weer twee of drie kuifeenden op de stadsvijver achter mijn huis verschijnen. De meeste verzamelen zich in groepen op open water met op de bodem driehoeksmosselen op duikdiepte: maximaal een meter of zes.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 4 aug. 2017)