
Een marsupilami is een stripfiguurtje van André Franquin. Het is vast genoemd naar de Australische marsupial mouse. Laten we deze buidelmuis marsupilami noemen! Mannetjesmarsupilami’s paren zichzelf dood. Ze staan dan stijf van de testosteron en denken alleen maar aan seks. Hun hart raakt overbelast, hun haar valt uit en hun huid bladdert af. Als ze zo aftakelen wil geen vrouwtjesmarsupilami hen nog op zich. Maar dan hebben ze ook niet lang meer. Ze zijn op en gaan onbevredigd dood. Biologe Diana Fisher van de University of Queensland onderzoekt deze wonderlijke diertjes.
Marsupilami’s lijken sprekend op muizen en eten net als muizen zowel insecten als zaden, ze kunnen in één worp veertien jongen baren, ze vormen plagen, maar zijn niet aan muizen verwant. Ze zijn geen knaagdieren, ze zijn een familie apart: Antechinus. In Australië leven veel rare kostgangers en de marsupilami is er één van. Of één, er zijn meerdere soorten marsupilami’s. Er is een bergmarsupilami, een moerasmarsupilami, een grijze, een bruine en een geelpootmarsupilami. Allemaal kennen ze die obsessieve neiging tot seks.
Dat ongezonde libido hebben ze niet hun hele leven, maar gedurende een korte tijd. Vrouwtjesmarsupilami’s zijn dan allemaal tegelijk vruchtbaar, paren en krijgen na een maand jongen, in de tijd dat er veel insecten zijn. Doordat alle jongen er tegelijk zijn, worden er bovendien minder opgegeten door roofdieren die de tijdelijke overvloed niet opkunnen.
De marsupilamidames komen in hun vruchtbare tijd bijeen en de mannetjes volgen. Ze moeten in korte tijd hun slag slaan, de concurrentie is letterlijk moordend en ze paren zichzelf dood. Vrouwtjes kunnen ouder worden, maar marsupilamimannetjes worden door die paringsdrift niet ouder dan elf en een halve maand.
(Natuurdagboek Trouw 11 okt. 2013)