Het lieveheersbeestje en de getroffen beul

Het aantal stippen op de rug van een lieveheersbeestje heeft niets te maken met de leeftijd van het kevertje. Het aantal stippen hangt af van de soort. Een vierentwintigstippelig lieveheersbeestje heeft vierentwintig stippen, een zevenstippelig zeven. Eén van die zeven wordt doorsneden door de naad tussen de dekschildjes. De stippen van lieveheersbeestjes staan welbeschouwd namelijk niet op hun rug, maar op hun schildjes.
Die schildjes kunnen ze opklappen, om de vleugels ruimte te geven, zodat ze kunnen vliegen. De opgeklapte vleugels lijken me tijdens het vliegen maar in de weg zitten, in dit geval de luchtweg, maar tijdens het zitten en lopen zijn de vleugels toch maar mooi door die schildjes beschermd.
Waarom lieveheersbeestjes lieveheersbeestjes heten, daarover doen meerdere verhalen de ronde. Zo lief zijn ze niet altijd. Dat ze honderden bladluizen verslinden, à la. Dat ze bij aanraking een smerig oranje goedje kunnen lozen, soit. Maar er zijn soorten die pijnlijk kunnen bijten. Dat vinden wij mensen doorgaans geen lieve eigenschap van dieren.
Laatst stuurde Martha Altena me een mooie verklaring voor de naam. “Lang geleden stond een beul op het punt een misdadiger te onthoofden”, zo schreef zij me naar aanleiding van een vredig natuurdagboek. “De man lag al met z’n hoofd op het hakblok en zag ineens uit zijn ooghoeken een beestje met zwarte stippen op z’n rode dekschilden over het blok scharrelen. De veroordeelde waarschuwde de beul en vroeg hem eerst dat mooie beestje in veiligheid te brengen, voor hij toesloeg.” De beul was zo “getroffen” door ’s mans dierenliefde, dat hij afzag van de dodelijke bijlslag. De man bleef in leven. En alsof dat nog niet genoeg was, was hij niet alleen de beul dankbaar, laat staan het kevertje, maar vooral de lieve Heer, “want die stuurde precies op tijd dat beestje”. Sindsdien heten lieveheersbeestjes lieveheersbeestjes.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 21 maart ’19)