Groenland 8 – Eiroof
Poolvossen kapen driekwart of meer van alle drieteennesten weg. Heel frustrerend lijkt me dat voor die strandlopers. Als een vos toeslaat, vlucht de broedende vogel weg, om na een uur nog even op het nest plaats te nemen. Dat weten we dankzij piepkleine thermometertjes tussen de eitjes. Het themperatuurverloop wordt opgeslagen in een apparaatje zo groot als een luciferdoosje, dat we onzichtbaar ingraven.
Daarop zien we hoe snel een nest afkoelt als er niet wordt gebroed. De eieren zelf blijven langer warm, maar de lucht ertussen koelt meteen af. Na tien minuten is de buitentemperatuur bereikt. Tegen de ochtend daalt de temperatuur in een blootgesteld nest tot rond het vriespunt. Zodra een vogel terugkeert, schiet de temperatuur omhoog tot tegen de veertig graden. Dat is de lichaamstemperatuur van vogels. Vader en moeder drieteen hebben in deze periode kale plekken op hun buik, waardoor ze de eieren veel warmte geven.
Een uur na de vos keert een vogel nog één keer kort terug. Even checken of de eieren echt weg zijn? Maakt de vogel zich dat laatste uur ernstige zorgen? Of vergeet hij de vos en keert hij na een tijdje net als anders terug naar het nest? Om daar te ontdekken dat er geen eieren meer zijn. Er moet na al dat broeden toch spijt, teleurstelling of verdriet door zo’n vogel gaan? Anders misschien dan hoe wij verdriet voelen, maar in ieder geval een rotgevoel.
Meestal zien we de vogels van een opgegeten nest niet meer. Ze vliegen waarschijnlijk meteen terug, duizenden kilometers naar het zuiden. Het ronde nestkuiltje is bekleed met een dikke laag droge dwergwilgenblaadjes. Alles voor niets geweest.