En er was licht

En er was licht

Zonsondergang. Foto Koos Dijksterhuis

Klimaatverandering is een alarmerende zaak, maar de warme nazomerzon beviel mij vorige week uitstekend. Weer en wind maakten er een eind aan op de dag dat de herfst begon: 21 september. Die dag stond de zon rond het middaguur loodrecht boven de evenaar en overal ter wereld was de zon even lang op als onder. Na deze zogenoemde evening duurt op het zuidelijk halfrond de dagelijkse portie daglicht langer dan de nachtelijke duisternis. Op het noordelijk halfrond is het nu juist langer donker dan licht.

Eke dag gaat de zon wat later op en wat vroeger onder. Na drie maanden, op 21 december, bereikt hij zijn zuidelijkste positie ten opzichte van de aarde en staat hij boven de Steenbokskeerkring. Daarna keert hij terug en lengen de dagen weer.

Het leven is te danken aan de zon wiens licht de fotosynthese mogelijk maakt, waarmee planten koolstof uit de atmosfeer vastleggen. Hoe meer licht, des te meer plantengroei. ‘s Winters groeien planten nauwelijks, ondanks die vermaledijde klimaatverandering. Want daardoor wordt het wel warmer, maar niet lichter.

Tegen klimaatverandering zijn afspraken gemaakt, maar zodra de productieverhoging en economische groei in het geding komen, worden die afspraken geschonden. Voor een grotere opbrengst zijn mensen tot alles in staat. Een paar keer las ik over plannen om gigantische ruimtespiegels in een baan om de aarde te brengen, die als kunstmanen het licht zouden weerkaatsen, om de nachtelijke aarde in het zonnetje te zetten. Zodat we ’s nachts even intensief kunnen boeren als overdag.

Gelukkig zijn die megalomane plannen nog te duur. Ze kosten meer dan ze opleveren. Ik mag er niet aan denken dat je ’s avonds en ‘s nachts een zonnebril op moet zetten tegen verblindende lichtbundels uit de ruimte. Het klimaat verandert ook wel zonder zo’n extra warmtebron. Ik durf te wedden dat we in oktober nog regelmatig buiten kunnen zitten.

(Natuurdagboek Trouw maandag 24 september ’18)

DELEN
Reacties zijn gesloten.