Behaarde kevers
Als ik iets over bijen wil weten, vraag ik het Huib Koel, de man achter de bijenradar. Ik ben niet de enige. Van de week kreeg hij foto’s gemaild van wat de afzender een “vreemde bij” noemde. Hij stuurde ze door naar mij. Het was een insect van het type dat ik eens fotografeerde op een margriet. Geen bij, maar een kever.
Het bij-achtige vachtje geeft de kever zijn naam: penseelkever. In die haren blijft stuifmeel hangen, net als in een bijenvacht, en daardoor zorgen penseelkevers net als bijen voor bestuiving van bloemen. Penseelkevers eten namelijk bloemen. Ze zitten vaak langere tijd op een bloem, ideaal voor een foto. Hun zwarte strepen zullen ook wel aan bijen of wespen doen denken. Ik weet het niet, zweefvliegen en blaaskopvliegen en wolzwevers kunnen ook op bijen of wespen lijken, maar penseelkevers vind ik overduidelijk kevers. Toch zullen vogels en andere insecteneters vast en zeker terugschrikken voor dat tijger-patroon. En dat komt vast door de associatie met wespen.
Penseelkevers zijn zomerkevers, ze zijn er van juni tot september. Er zijn meerdere soorten penseelkevers en verwante scarabeeën, die zich een weg in een bloem vreten. In Nederland komen twee soorten penseelkevers voor, die sterk op elkaar lijken. Het zijn Trichius zonatus en T. fasciatus. Zonatussen eten behalve margrieten allerlei schermbloemen. Fasciatussen zijn gek op haagwinde. De larven van beide soorten eten geen bloemen, die eten rot hout, zoals wel meer keverlarven doen.
Ik heb het niet zo op die bloem-etende scarabeeën. Dat trage van ze vind ik even verraderlijk als wanneer een insect razendsnel wegschiet. Blijkbaar stelt een gemiddelde snelheid gerust.
Zo, Huib kan als antwoord desgewenst naar dit stukje verwijzen.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 26 juni 2015)