Weggemaaid

Weggemaaid

Ooievaars en maaien. Foto Koos Dijksterhuis
Ooievaars en maaien. Foto Koos Dijksterhuis

In de natuurterreinen bij Paterswolde mag pas na 15 juni gemaaid worden. Maandag 16 gingen de maaiers meteen op pad. Dinsdag 17 werd het hooi gekeerd, met dieselwalm en machinegeronk. De verhakselde jonge haasjes, reeën en vogels trokken meteen een kwartet ooievaars aan. Twee blauwe reigers waren ook al present. Als het hooi straks wordt weggehaald komen de kraaien, meeuwen, buizerds en torenvalken aan de beurt.

Het is mooi dat er later wordt gemaaid dan in de gangbare veehouderij, waar tegenwoordig soms eind maart al de cyclomaaiers al rauzen. Negen meter breed wordt de boel met de snelheid van een fatbike geschoren. Van buiten naar binnen in steeds kleinere rechthoeken, waaruit geen ontsnappen mogelijk is. Er leven dan ook weinig dieren in zo’n weiland, maar in de verwilderde en onbemeste velden bij Paterswolde zijn die er des te meer.

Hadden de reeën, hazen, fazanten, veldleeuweriken en graspiepers de draaiboeken, protocollen, reddingsplannen, convenanten, natuurdoeltypen, verordeningen en notulen maar gelezen. Niet voor 15 juni maaien, het staat er toch? Wegwezen dus!

Gelukkig kan zelfs de moderne machinerie niet alles in één klap wegvagen. Ik wandelde naar de nog onaangeroerde velden. Die liggen tussen sloten met riet en lisdodden en variëren van ruige, hoge vegetatie tot lage, dun begroeide stukken. Vogels kunnen er schuilen, broeden, eten, drinken, water- en stofbaden nemen.

Drie kwartier stond ik over zo’n veld te staren. Wat een leven bleek er te zijn! Er zongen veldleeuweriken, bezig met hun tweede of beginnend aan hun derde leg, er zong een sprinkhaanzanger, er zong zelfs een bosrietzanger. Vanuit de planten stegen kneuen op, rietgorzen, grasmussen, gele kwikstaarten en een blauwborstje. In een wilgenbosje scharrelde een familie roodborsttapuit. Een gezin graspiepers deed vliegoefeningen. Eén jong piepertje fladderde in verticale houding met een aandoenlijk kort staartje zo dichtbij, dat ik hem had kunnen pakken. Hij botste bijna tegen me op, ik stapte gauw opzij, en hij snorde over riet en rietgras terug naar zijn ouders. Hopelijk wordt niet voor de zomer al weggemaaid.

Wacht in de natuur met maaien toch tot augustus.

(Natuurdagboek Trouw, vrijdag 20 juni ’25)

 

DELEN
Reacties zijn gesloten.