Uilen

Uilen

Dode kerkuil. Foto Désirée Alting
Kerkuil (dood). Foto Désirée Alting

Uilen zijn er vroeg bij, als het om baltsen en broeden gaat. Vroeg in het jaar, bedoel ik. Vroeg in de morgen gaan ze juist naar bed. In onze vorige tuin hoorde ik regelmatig een ransuil en zag ik er soms een vliegen. Een bosuil heb ik daar maar één keer gehoord. We woonden daar op de klei aan de noordoostkant van Groningen, met weilanden en jonge bossen. Met het uitbreiden en ouder worden van het bosareaal, rukten bosuilen op naar het noorden. Ze hadden de zuidelijke wijken van de stad reeds gekoloniseerd en begonnen nu aan onze wijk.

Nu wonen we vijftien kilometer naar het zuidwesten, op de rand van veen langs de Drentse A en keileem met zand waarop oude bossen en landgoederen liggen. Nu is de uilenverdeling andersom: in onze huidige tuin hoor ik regelmatig een bosuil en zie ik er soms een vliegen. Een ransuil heb ik nog maar twee keer gehoord.

Ransuilen zijn slanker dan bosuilen, minder bol, en hebben van die opgestoken verenpluimpjes die op oortjes lijken. Bosuilen zijn twee keer zo zwaar als ransuilen, wat de laatste noopt tot voorzichtig opereren met bosuilen in de buurt. Voorzichtig opereren kunnen ze beter dan kerkuilen. Kerkuilen hebben zo’n fraai zilvergrijs en oranjebruin verenkleed, met een witte buik en hartvormig gezicht. Dat witte maakt hen spookachtig zichtbaar, zeker in de nacht. Ze vallen dan ook vaak ten prooi aan grotere uilen, terwijl ze overdag voor haviken moeten oppassen. Steenmarters zijn ook geduchte vijanden. Katten zullen een kerkuil niet snel te pakken krijgen, maar zijn wel voedselconcurrenten.

Kerkuilen jagen op muizen door laag over de grond te vliegen. Wie in Nederland laag over de grond vliegt, ‘loopt’ groot risico op botsingen met treinen en vooral auto’s. Ik vond wel eens een dode langs het spoor en uit de auto zie ik regelmatig een kerkuil in de berm liggen. Laatst las ik over een telling van verkeersslachtoffers langs een kort stuk autoweg: onder andere een bosuil en vijf kerkuilen.

Ik vond een dode kerkuil in het bos. De uil was onthoofd, daarom denk ik dat een havik de dader was, al durf ik sperwer, buizerd, slechtvalk, oehoe en bosuil niet helemaal uit te sluiten.

(Natuurdagboek Trouw, woensdag 19 maart ’25)

 

DELEN

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *