Nijlganzen op ooievaarshorst

Nijlganzen op ooievaarshorst

Nijlgans op ooievaarsnest. Foto Koos Dijksterhuis
Nijlgans op ooievaarsnest. Foto Koos Dijksterhuis

Eind jaren zestig vestigden zich ’s lands eerste Nijlganzen zich in het wild. Ze kwamen niet uit Egypte gevlogen, maar ontsnapten uit omheinde vijvers waar ze als siervogels gehouden werden. Rond 2019 schatte Sovon Vogelonderzoek hun verwilderde aantal op 7.700-13.000 broedpaar.

Vooral in Holland, Utrecht, in de Betuwe en in de drie noordelijke provincies doen ze het goed. Rond onze woonplaats zijn er misschien wel meer dan langs de Nijl, maar Drentsche-Aagans bekt niet lekker.

Nijlganzen hebben wit met zwarte vleugels die op ooievaarsvleugels lijken. Ooievaars zijn net als nijlganzen toegenomen in aantal, maar kwamen van oorsprong in Nederland voor, nijlganzen niet. Met menselijke hulp hebben de nagenoeg verdwenen ooievaars zich hersteld, en nu zijn ze talrijker dan ooit. Zo’n 25 jaar geleden zag ik het eerste door ooievaars zelfgebouwde nest van Friesland, hoog in een afgeknotte eik.

Begin februari klepperden hier de ooievaars al op een door mensen op een paal gezet nest. Een ander nest, misschien door ooievaars gebouwd, zit in een afgeknotte eik. Dat nest wordt bewoond, maar niet door ooievaars. Ik zag een Nijlgans op het nest en een tweede Nijlgans een tak lager.

Het hergebruiken van andermans nest komt veel voor. Roofvogels gebruiken vaak oude nesten van soortgenoten of andere soorten. Kraaien en ransuilen broeden vaak in eksternesten. Kauwen nestelen zelf en waar ze nog in het bos voorkomen, doen ze dat graag in een door zwarte spechten gehakt hol. Die voorkeur wordt gedeeld door holenduiven en ruigpootuilen. Er schijnt nog nooit een ruigpootuil buiten een zwarte-spechtenhol te hebben gebroed. Zwarte spechten verdedigen hun hol tegen soortgenoten, maar staan het vrij lichtvoetig af aan andere soorten; ze hakken wel een nieuw.

Ik heb eerder Nijlganzen in ooievaarsnesten zien broeden, en ze pikken ook wel reigernesten en roofvogelhorsten in. Het deert hun veerkrachtige kuikens kennelijk niet, als ze van grote hoogte neerploffen. Nijlganzen staan bekend als agressief en kunnen zelfs haviken van hun nest jagen. Alleen de eveneens verwilderde Canadese ganzen zijn tegen hen opgewassen.

 

(Natuurdagboek Trouw, woensdag 26 maart ’25)

 

DELEN

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *