Koekoekshommels
In onze tuin liggen stapels stokoude dakpannen die krioelen van het leven. Ik laat ze dus maar liggen. Een bezoeker zei: ‘die vinden wel een andere plek’. Misschien, als je ons huis bombardeert en we overleven het, vinden we misschien ook wel een ander huis. We legden een paadje van klinkers op zand. In dat zand werden binnen een dag holletjes gegraven door zandbijen. Dat paadje kan ook wel iets opzij. De achtermuur van ons huis ziet er vervallen uit. Rode en gele bakstenen, met cement bestreken stukken en gewitte delen wisselen elkaar af. Uit de voegen brokkelt de oude kalkmortel af. Een bezoeker vroeg: ‘die muur ga je zeker witten?’ Dat waren we wel van plan, tot ik een tijdje bij die muur bezig was en het me opviel hoeveel bijen en wespen er rondhingen. Er zitten veel gaatjes in de mortel: ideale holletjes.
Voegen, dakpannen, zandpad… Ook in het gras, tussen de bloemen en onder het oude stenen pad leven bijen. En dus dienen zich ook hun uitbuiters en -baters aan: sluipwespen, muurzwevers, goudwespen, koekoekshommels. Een legertje broedparasieten rukt uit. Prachtige beestjes vaak, vooral de goudwespen zijn klein maar fijn.
We hebben hier zowel beemdkroon als duifkruid, twee bloemen die ik steevast door elkaar haal. Het zijn in het buitenland algemene, in Nederland zeldzame bermbloemen. Nederland heeft zijn wilde bloemen rigoureus weggemest en gemaaid, de vele druppels op de gloeiende plaat ten spijt. In de minder strakke tuinen vind je ze soms. Er zitten graag bijen op, zweefvliegen en soms een vlinder.
Op de foto lurkt een grote koekoekshommel nectar uit rode beemdkroon. Bijen en hommels verzamelen vaak stuifmeel als voorraad voor hun larven, maar daar hebben koekoekshommels geen belangstelling voor. Die hoeven geen nageslacht te voeden, maar leggen hun eitjes in holen van bijvoorbeeld aardhommels. Hun eitjes en larven worden verzorgd door de aardhommelwerksters.
(Natuurdagboek Trouw, donderdag 11 juli ’24)