Verboden paddo’s in de tuin

Nu er enige nachtvorst is, krijgen veel soorten paddenstoelen het moeilijk. Dat het ook veel regent, is dan weer een opsteker voor deze wezens. Schimmels zijn dieren noch planten. Ze vormen het aparte rijk der fungi (bekend van de gelijknamige pizza die de duizenden soorten drastisch terugbrengt tot de champignon). Er zijn veel eencellige schimmels, er zijn ook tweecellige en er zijn een heleboel meercellige. Voor de overzichtelijkheid beperk ik me tot de stam der steeltjeszwammen, waar de genoemde champignon bij hoort. Ook het prototype van de paddenstoel is een steeltjeszwam: de vliegenzwam.
Vliegenzwam en champignon hebben een hoed en een steel, maar die steel heeft niets met hun naam te maken. Er zijn veel steelloze steeltjeszwammen. Een steeltje is een piepklein uitstulpinkje onder de hoed, waaraan de sporen hangen.
Enfin, onze toekomstige tuin herbergt allerlei paddenstoelen. Ook de zo gewone maar altijd vrolijk stemmende vliegenzwam is aanwezig. Roof met witte stippen. De zwam op de foto heeft relatief weinig witte stippen, omdat de rode hoed uitgegroeid is tot formaat pannenkoek. De vele regen kan bovendien witte stippen weg doen spoelen – de stippen zijn restjes van het velum, het vlies waaruit de jonge zwam zich ontpopt heeft. Bij opgroeiende vliegenzwammen breken de vliezen.
Het vrolijk gestemd raken van een vliegenzwam schijnt in euforie te kunnen veranderen na consumptie van de paddenstoel. Het is zelfs niet uitgesloten dat de vliegenzwamconsument een heuse kabouter tegenkomt, die misschien wel zit heen en weer te wippen. Ik heb dat zelf nooit geprobeerd, want de dosering is lastig te regelen, en na overconsumptie kan de vrolijke stemming omslaan in doodsangst. Vanwege hun hallucinogene werking mogen vliegenzwammen overigens niet in de tuin staan; wij zijn met onze paddenstoelen in overtreding van de opiumwet. Maar hé, ze verdwijnen vanzelf weer.
(Natuurdagboek Trouw, woensdag 29 november ‘23)