Meeuwen en een Jan

Het had gestormd uit het noordwesten en op de Noordzee betekent dat twee dingen: zeevogels waaien richting Nederland en het water wordt opgezweept richting Nederland. Golven dus. Om 8 uur staken wij van wal in Lauwersoog. Wij voeren langs Schiermonnikoog en Engelsmanplaat en kwamen een flink eind ten noorden van Ameland uit. De wind waaide al veel minder maar de golven rolden soms over het dek van het naar makreel en kabeljauw ruikende motorschip De Dageraad. Een excursie van Birding Holland.
Onderweg werd de boot achtervolgd door meeuwen. Eerst waren zilvermeeuwen in de meerderheid, later kleine mantelmeeuwen. De laatste zijn donkerder en zijn meer op zee gericht; zilvers blijven dichter bij de kust. Verder waren er stormmeeuwen, kokmeeuwen en grote mantelmeeuwen en als kersen op de vlaai drieteenmeeuwen, dwergmeeuwen en een geelpootmeeuw die vlakbij de boot zijn gele zwemvliezen uitstak, alsof hij op de reling wilde landen.
Sommige vogelaars lieten hun maag golven en offerden de inhoud aan Neptunus. De meeuwen wisten er raad mee. Dat wisten ze ook met overboord gegooide vissenkoppen. Meeuwen en andere zeevogels zien van verre een zwerm meeuwen en snellen toe: daar moet iets te halen zijn. Weldra was de Dageraad een drijvende voederplaats, waar ook jagers, pijlstormvogels en Jan van Genten op afkwamen. We keken onze ogen uit.
Jan van Genten zijn joekels van vogels, met een geel gezicht een gigantische dolksnavel en lange vleugels. Die vleugels zijn spierwit met zwarte punten. Ondanks hun grote lijf lijken ze moeiteloos boven zee te zweven. Als ze een vis zien, klappen ze hun vleugels in en duiken ze als een speer het water in.
De eerste Jan van Gent die we zien heeft een blauw stuk visnet om en in zijn snavel. Jan van Genten zijn massaal gestorven aan vogelgriep, maar deze vogel heeft de pandemie overleefd. Niet lang meer, hem wacht alsnog een akelige dood.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 11 oktober ’23)