Zwammetje in de poep
Op een hei in Drenthe ligt een ferme koeienvlaai. Er zitten geen mestkevers of strontvliegen of andere insecten bij. Op en in vlaaien van loslopende boskoeien zitten normaal gesproken aardig wat insecten, veel meer dan op de flatsen van melkkoeien die van turbogras en krachtvoer leven. Die laatste bevatten insecticiden, ontwormingsmiddelen en antibiotica.
Dat in de vlaai in het bos geen insecten te zien zijn, kan toeval zijn. Misschien houden ze zich vanwege de droogte ook diep in de drol op – je bent liefhebber of je bent het niet.
Wel groeit er een fraai paddenstoeltje op de koeienvlaai. Zoals er insecten zijn die stront als leefomgeving nodig hebben, zo zijn er zwammen die alleen of bij voorkeur op stront groeien.
De geringde vlekplaat is zo’n poeppaddenstoel. Dat is een vrij kleine paddenstoel op een rank, breekbaar steeltje waar een restje van het velum als een kraagje omheen zit. Het velum is het vlies dat de jonge hoed als een soort ei bijeenhoudt. De stengel groeit, de hoed gaat open, het velum scheurt. De hoed van een geringde vlekplaat is halfrond of klokvormig en vaak vochtig en glanzend. De kleur is crème, geelbruin of bruin, maar een pas ontloken exemplaar zoals op de foto is nog bol en wit. Het velum is vers en duidelijk te zien. De zwam dankt zijn naam aan die ring.
Geringde vlekplaten groeien op mest van runderen en paarden die van onbemeste planten leven. Voedselarme graslanden en heiden zijn favoriet. Hoewel de zwammetjes er de hele herfst zijn, schieten ze al in de zomer als paddenstoelen uit de stront.
Als ik mensen een paddenstoel aanwijs, wil men vaak weten of ie eetbaar is of giftig. De standaardgrap van mycologen is dat alle paddenstoelen eetbaar zijn, maar sommige slechts eenmalig. De geringde vlekplaat staat niet als giftig te boek, maar als ‘verdacht’. Waarschijnlijk voelt niemand de neiging om een in poep groeiende paddenstoel op te eten.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 7 september ’22)