Wonderlijk nachtdier
Lezer Jannes Kleiker mailde een foto van een raar beest, die vrienden hem op Texel hadden genomen. Het dier kroop over de broek van een van hen. Het is geen haarscherpe foto, maar kijk even voor u verder leest: wat zou het voor beest zijn, denkt u?
Het antwoord verrast u vast: het is een eekhoorn. Een eekhoorn is een nachtvlinder die in de lente en zomer vliegt. Er komen er steeds meer, tot ze eind juli en begin augustus hun piek bereiken, waarna de aantallen afnemen. Dan nemen de rupsen het stokje over. Die rupsen kruipen rond tot ver in september. Daarna verpoppen ze zich tussen de bladeren op de grond, en als er geen strooisel ligt graven ze zich voor het verpoppen in. Als pop blijven ze de hele winter wachten om in mei als nachtvlinder tevoorschijn te kruipen.
Eekhoornvlinders leven in het duister, al komen de mannetjes op licht af. Dan fladderen ze rond de buitenlamp, wat ik altijd een ontmoedigend schouwspel vind. Niets hebben de vlinders eraan en als het een gloeilamp is die schijnt, verbranden ze hun vleugels eraan.
Eekhoornvlinders horen bij de familie der tandvlinders, die twee uitsteeksels aan hun snoet hebben. Afgezien van die uitsteeksels zien eekhoorns er onopvallend uit: nauwelijks te onderscheiden van dode blaadjes. Des te exorbitanter zien ze eruit als rups. De soort is genoemd naar die verschijning als rups, die zijn achterwerk als een staart over zijn lijf kan draperen. Dat doet ie om af te schrikken, bijvoorbeeld op de broek van een fotograferende wandelaar. Onder dat wonderlijke lijf heeft hij een paar lange voorpoten die als tentakels uitsteken.
Eekhoornvlinders eten niet. Dat hebben ze als rups al gedaan. De rups eet blaadjes van loofbomen; vooral beuken zijn in trek, maar ook berken-, eiken- en hazelaarblad gaat er best in. De vlinders komen dan ook vooral voor in loofbossen, op de zandgronden in de zuidoostelijke helft van ons land en in de duinen.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 8 aug. 2019)