Wilde varkens
Wilde zwijnen enteren ons land. Boeren en jagers trekken ten strijde. Ze claimen schadevergoedingen en willen schieten. Op de Veluwe worden zwijnen doodgeschoten, onder anderen door onze koning en prinsen. Die laten hun doelwitten opjagen door een rij voetvolk, zodat de zwijnen in doodsangst recht op de koninklijke geweerlopen afstormen. Belastinggeld moet rollen! Behalve op de Veluwe mogen zwijnen in twee Limburgse natuurgebieden wroeten. Illegaal trekken ze Brabant binnen.
Als je zwijnen niet in toom houdt, komen er zoveel dat de bodem overal wordt omgewoeld. Kwetsbare planten, paddestoelen, op de grond broedende vogels en in die grond levende zoogdieren hebben dan het nakijken. Als je natuur wilt met veel individuen van één soort, dan moet je zwijnen zich onbelemmerd laten voortplanten. Als je ook andere dieren en planten wilt, moet je dat niet doen. Op de Veluwe worden rogge-akkers ingezaaid om zwijnen te lokken. Daar hebben allerlei dieren profijt van. Jacht op zwijnen hoeft niet slecht te zijn voor de natuur.
Zo hatelijk als ik afgelopen jaar sommige Brabanders hoorde over hun nieuwe aanwinst, wilde verkens, lijkt me nergens voor nodig. Dat zo’n groot, wild dier zich bij ons weet te vestigen, is toch prachtig? De natuur laat zich kennelijk niet helemaal temmen! Gelukkig lijkt ook de jagersvereniging in te zien dat een “nulstand” onhaalbaar is.
Brabantse varkenshouders geven zwijnen bij voorbaat de schuld van ziekten. Niet de met tienduizenden opeengepakte mestvarkens zijn een besmettingsgevaar, nee, een paar knorrende topatleten die zich in de voor de mestvarkens bedoelde maïs verstoppen, vormen de ziektekiem.
Die wilde zwijnenhaters zullen wel blij zijn met de komst van wolven. Wolven zijn naast mensen en auto’s de enigen die zwijnen kunnen doden. Maar nee, gek genoeg hoor je zelden iemand tegen zwijnen en voor wolven pleiten, of andersom.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 16 november ’18)