Wilde en gekweekte proppen

Wilde en gekweekte proppen

Elzenproppen + elzenkatjes (rechtsachter). Foto Koos Dijksterhuis
Elzenproppen + elzenkatjes (rechtsachter). Foto Koos Dijksterhuis

Tientallen boomsoorten worden aangeplant in plantsoenen en langs lanen. Soms zijn het soorten die van oudsher in het wild in Nederland voorkomen, maar vaak zijn het gekweekte bomen. Die ‘cultivars’ kunnen prachtig zijn, maar spelen meestal een bescheiden rol voor vogels en andere dieren. Terwijl ze vaak deel uitmaken van ecologische verbindingszones door de stad. De ene boom is namelijk de andere niet. De ene els is zelfs de andere niet.

In de nieuwste editie van het KNNV-blad Natura vergelijkt Caroline Elfferich de wilde zwarte els met de gekweekte kruising tussen Kaukasische en Japanse els. Die kweek-els bloeit al in januari met mannelijke katjes en vrouwelijke bloempjes. De boom heeft dan geen blad, de katjes en bloempjes zijn goed zichtbaar. En dat staat leuk.

Denk niet dat die kruising recentelijk in elkaar is geknutseld, het ras bestaat al sinds 1908. Maar ingeburgerd is de boom bepaald niet. Bijen en vogels hebben er weinig belangstelling voor. Elfferich heeft elzenproppen van zwarte en gekweekte elzen vergeleken en vond essentiële verschillen.

De gekweekte elzen bloeien een maand eerder dan de wilde. In februari kunnen vroege honingbijen van het stuifmeel snoepen, in januari wagen die zich nog niet buiten de korf. Elzenkatjes vallen na hun stuifmeelproductie af, uit de bloemen ontstaan elzenproppen. De gekweekte proppen bleken een stuk groter, maar toch lichter te zijn dan wilde. Er zaten nauwelijks zaden in. Vandaar dat er ook geen sijsjes, putters en andere zaadetende zangvogels door de kweek-elzen scharrelen. In zwarte elzen pulken die juist graag de proppen leeg. Bovendien leven er in elzenproppen twee soorten wantsen, die eruit worden gepikt door mezen. Die wantsen leven niet in de zaadloze kweekproppen.

(Natuurdagboek Trouw 3 dec. 2013)

DELEN
Reacties zijn gesloten.