Wilde eenden

Als jonge vogelaar fietste ik zowat elke maand met een vriend naar de Oostvaardersplassen, die toen nog niet begraasd werden en een grote vogelrijkdom boden. Uit Amersfoort togen we op onze barrels via Nijkerk naar de polder, waar een klein plasje lag met kans op krooneenden. Door het jonge Horsterwold en eindeloze velden ging het naar de Knardijk, de grens van Oost- en Zuid-Flevoland. Zeewolde was er nog niet, de A-6 was er nog niet. In Lelystadhaven was een kantine. Na de koffie begon de helse rit tegen de wind in over de Oostvaardersdijk naar Muiderberg.
Van de Knardijk af hadden we weids uitzicht over de soms nog woeste gronden van Zuid-Flevoland. Er waren rietmoerassen met plassen. In juli zaten die plassen een keer vol met ruiende eenden. De rui vindt plaats in en rond juli: eerst de woerden, dan de dames die vaak nog jongen onder hun hoede hebben. De eenden wisselen hun veren en kunnen een week of vier niet vliegen.
“Zien doen we ze dan niet meer”, schrijft Gerard Ouweneel in De wilde eend, zijn monografie van deze bekende watervogel (Atlas Contact, €22,99). Ze verstoppen zich “om zich aan potentiële vijanden te onttrekken”. Ze zien er dan niet zo kleurrijk uit, hebben hun parmantige krulstaartje verloren en klapperen soms onbeholpen met hun korte vleugels.
De eenden verstoppen zich niet altijd goed genoeg. Ouweneel schrijft over lieden die tijdens de rui op eendenjacht gingen en dat is precies wat wij destijds op de Knardijk zagen. Enkele mannen gingen in waadpakken te water en dreven de eenden bijeen. De eenden doken onder maar kwamen weer boven. De mannen grepen ze bij hun hals en stopten ze in jute zakken.
Hoezeer wilde eenden ook bejaagd zijn, er waren er altijd veel. Pas de laatste jaren neemt hun aantal gestaag af. Onder jonge eendjes is veel sterfte, en die moeten insecten eten. Ouweneel legt een verband met insecticiden, die zich in het water ophopen.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 8 juli ’21)
Eén gedachte over “ Wilde eenden”
We weten allemaal al heel lang wat de diverse oorzaken voor wat betreft de achteruitgang van vogelsoorten, insecten en dergelijke is, maar doen niks met die wetenschap. De mens zal van het toneel verdwijnen. Daarna zal de wereld regenereren en zal het zijn of wij er nooit waren.
Reacties zijn gesloten.