Wadvogels in winterlicht

Wadvogels in winterlicht

Kokmeeuwen op t wad. Foto Koos Dijksterhuis
Kokmeeuwen op t wad. Foto Koos Dijksterhuis

Zaterdag zitten we op de veerboot van Schiermonnikoog. Het is een koude, stralende dag. We zijn de enigen aan dek; andere passagiers zitten binnen. Uit de wind en gehuld in dikke lagen textiel is het in de winterzon goed te doen. Het licht is schitterend.

De slenken glinsteren tegen de zon in, en kleuren diepblauw met de zon mee. Twee zeehonden duiken reikhalzend op. De kokmeeuwen die de boot vergezellen lichten spierwit, zilvergrijs en vuurrood op. Ze vliegen boven de boeggolven die breken op de drooggevallen wadplaten. Daar scharrelen zilver- en stormmeeuwen, wulpen, een zilverplevier, een tureluur en twee strandlopers. Bonte strandlopers zijn de algemeenste strandlopers op de Waddenzee, maar dit zijn drieteentjes.

Drieteenstrandlopers hebben per voet drie tenen, andere strandlopers hebben een vierde die naar achteren wijst. Drietenen zijn de enige strandlopers die voornamelijk op het strand lopen; op hun zes tenen hollen ze daar voor de branding uit. De laatste jaren zie ik ze vaker op het wad. Misschien komt dat doordat het strand ook ‘s winters het domein is geworden van menselijke strandlopers. Misschien komt het doordat de Waddenzee zandiger is geworden sinds de mosselbanken in de jaren negentig zijn weggevist. Mossels houden slib vast.

Slenk en kokmeeuwen op t wad. Foto Koos Dijksterhuis
Slenk en kokmeeuwen op t wad. Foto Koos Dijksterhuis

Veel vogels staan te dutten. Sommige trekken beide poten in en rusten plat op hun buik – zitten of liggen die? Kennelijk hoeven ze de ebtijd niet ten volle te benutten om zich vol te eten. Een dozijn wilde eenden, vier krakeenden en twee pijlstaarteenden hebben hun koppen in de veren gestoken. Een groep van zo’n vijftig kluten staat aan de waterlijn van de vaargeul. De vogels wassen zich met hun gebogen snavels. Ze strekken hun nek om hun borst te kunnen poetsen. Witter dan wit.

Bij Lauwersoog vliegen groepen bergeenden over de boot heen, en een groep pijlstaarteenden: kleiner, slanker en voorzien van een puntig achterwerk.

(Natuurdagboek Trouw woensdag 23 november ’22)

DELEN
Reacties zijn gesloten.