Vroege vogelgeluiden?

Als ik tijdens het typen van dit stukje opkijk, zie ik door mijn raam een bevroren stadsvijver met een sneeuwgordijn erboven. De meteorologische lente mag dan morgen beginnen, de winter is op zijn strengst. Toch zijn in de natuur vele tekenen van de lente te zien en te horen.
Behalve speenkruid en klein hoefblad zijn de eerste dotterbloemen gemeld. Hazelaars bloeiden in december al en ik had eind januari een bloeiende ooievaarsbek in de tuin.
Ook vogels zijn er vroeg bij dit jaar. Zingende merels werden mij in november al gemeld. Maar niet elk vogeltje zingt zoals het gebekt is. Lezeres Kea de Lijster (!) meldde mij in januari dat ze een zingende merel hoorde, wat een spreeuw bleek te zijn die een merel nadeed.
Via mijn website stuurde Trouwlezeres Ferrara een nog sterker verhaal. Toen ze uit de supermarkt kwam, was de regen net gestopt en stopte ze haar verworvenheden in haar fietstassen.
‘Terwijl ik de fiets van het slot draai,’ schreef ze, ‘hoor ik een merel helemaal uit zijn dak gaan. Ik word er acuut vrolijk van, speurend kijk ik omhoog of de flierefluiter zich laat zien.’ Helaas bleek het hemelse gezang abrupt te stoppen toen iemand naast haar zijn telefoon opnam. De merel bleek een beltoon.
Zelf hoorde ik op een zonnige februarimorgen bij een bezoekerscentrum van Natuurmonumenten eens een tjiftjaf zingen. Hij was een maand te vroeg, maar omdat sommige tjiftjaffen bij ons overwinteren, leek het me niet onmogelijk. Het bleek een geluidsopname te zijn die binnen werd afgespeeld.
In februari krijg ik vaker meldingen van tjiftjaffen, en er zit nooit bewijs bij dat het geen koolmezen zijn. Maar het zou kunnen. Mijn wantrouwen komt door de in februari ook gemelde nachtegalen en soms zelfs koekoeken. Dat zijn ongetwijfeld zanglijsters en duiven. De eerste gemelde fitissen zingen trouwens altijd juist als de vinken ook beginnen…
(Natuurdagboek Trouw woensdag 28 feb. 2018)