Vroege stelletjes en winterse vliegers

Vroege stelletjes en winterse vliegers

Grauwe ganzen. Foto Koos Dijksterhuis
Grauwe ganzen. Foto Koos Dijksterhuis

Nederland is ganzenland en dat merk ik elk jaar aan vragen van lezers die, vooral in de avond- of ochtendschemer, gakkende ganzenformaties zien overvliegen. De vraag is dan of de vogels nu nog dan wel nu reeds trekken en of we hier het noodlot van klimaatverandering in bespeuren. Die laatste vraag heeft als antwoord een geruststellend ‘nee’.

In Nederland overwinteren ik schat een paar miljoen ganzen. De meeste broeden op de toendra in het hoge noorden en verre noordoosten. De meeste eten gras. Dat is nergens zo gemakkelijk te vinden als in Nederland. Ongeveer een derde van Nederland is bedekt met één eiwitrijke, snelgroeiende grassoort. Koeien groeien daar voortvarend van; het is een soort fastfood voor planteneters. Voor ganzen is dat het ook, die zijn er gek op. En dankzij injecties van enorme hoeveelheden mest groeit dat gras ‘s winters nog enigszins door ook, vooral nu het warmer wordt – toch nog een klimaatdingetje.

In Nederland is al dat gras zelden ver verwijderd van een plas waar de ganzen kunnen slapen zonder bang vossen of honden te hoeven vrezen. ’s Avonds vliegen ze naar het water, ’s morgens naar de wei. Daardoor kan het gebeuren dat lezers iedere winterdag ganzen zien overvliegen.

Eén van onze talrijkste ganzen is de grauwe gans, de wilde voorouder van de witte boerengans. Aan de forse, oranje snavel is die verwantschap te zien en ook aan de klank van het gegak.

In de jaren ’80 gingen grauwe ganzen  voor het eerst sinds mensenheugenis weer in Nederland broeden, in de Oostvaardersplassen. Ze werden als helden verwelkomd maar nu worden ze alweer als plaag bestreden; ze hebben het land gekoloniseerd en tellen meer dan honderdduizend broedparen. In warme winters (dat dekselse klimaat!) kunnen die vroeg beginnen met het uitbroeden van een stuk of vijf pullen. Sommige grauwe ganzen vormen al stelletjes, maar de meeste vliegen nog op winterse wijze heen en weer.

(Natuurdagboek Trouw maandag 16 januari ’23)

DELEN
Reacties zijn gesloten.