Vossenholen

Vossenhol. Foto Koos Dijksterhuis
Vossenhol. Foto Koos Dijksterhuis

We verlaten langs een modderpoel het bospad. De bomen staan op duinen. In één van die duinen vond Maria een vossenhol. “Waar is het nou, het moet hier ergens zijn!” Ja hoor, daar vindt ze het. Een prachtig hol, een hol zoals het hoort, zoals ik het me uit kinderboeken herinner. En het stinkt niet eens. “Soms wel hoor”, zegt Maria. Het is een belopen hol. Ik zette laatst twijgen tegen de ingang, die zijn nu weg. Kijk, verse pootafdrukken. Verderop zit nog een burcht. Het is één familie. Ze zitten soms eens daar, dan weer hier. In de sneeuw kun je dat mooi zien aan de sporen.”

Maria Quist woont aan de bosrand bij Dwingeloo. Ze had beroerder kunnen wonen. Elke ochtend reeën in de tuin. Maria voelt zich al zeer verbonden met de natuur.. “Als kind al”, zegt ze. “Natuur is naast mijn (klein)kinderen mijn grootste bron van geluk, maar ook van zorg.” Ze richtte de Werkgroep Roofvogels op. Roofvogels worden vooral in Drenthe en in weidevogelgebieden vergiftigd, doodgeschoten, in klemmen gevangen. Hun nesten worden uitgehaald, hun bomen omgehakt. De Werkgroep stelt dat aan de kaak en houdt de aantallen en broedsuccessen van ’s lands roofvogels bij. Maria is niet meer actief in de Werkgroep, maar inventariseert nog wel ieder jaar het bos achter haar huis. “Daar broedden haviken”, wijst ze naar een nest hoog in een spar. “Er vlogen drie jongen uit.”.

We zoeken het tweede vossenhol. Maria weet niet meer waar we zijn. Als we een paadje volgen tot een splitsing, herkent ze de plek weer. “Drie jaar geleden kreeg ik een gps cadeau”, lacht ze. “Ik weet nog steeds niet hoe die werkt.”

(Natuurdagboek Trouw woensdag 1 okt. 2014)

Vossenholen
DELEN