Nazomer

Foto Koos Dijksterhuis
Foto Koos Dijksterhuis

Rond de klimop gonst het nog van zweefvliegen, wespen, bijen. De tjiftjaf zingt alsof het april is. En waar nog bloemen bloeien strijken vlinders neer. Dagpauwogen, zandoogjes en kleine vossen dwarrelen rond alsof ze van geen najaar willen weten. Dat willen ze ook niet, ze willen niet veel, ze weten niet eens dat ze laat zijn.

Komend weekend slaat het weer om, voorspellen de orakels, en dan zal het wel met die zomervlinders gedaan zijn. Hoewel, op 21 september begon de herfst ook met kou, wind en regen. Het bleek slechts een korte onderbreking van de nazomer te zijn. Mij kan de nazomer niet lang genoeg duren; zon, warmte, buiten zitten. Die vlinders kan het ook niet lang genoeg duren. Toch heeft het lang genoeg geduurd. De nachten lengen, de dagen krimpen, het daglicht is in de minderheid.

Waterplanten als krabbescheer zinken naar de bodem, eikels vallen van de bomen, gaaien verzamelen ze voor hun wintervoorraad. ’s Nachts is het gegak van grauwe ganzen en het gepieuw van smienten te horen. Die arriveren uit het noordoosten om hier van het vele weidegras te snoepen.

In mijn tuin dwarrelt het blad van de bomen, er scharrelt een roodborstje door. Er hebben roodborstjes gebroed in dat miniwildernisje, maar dit kan evengoed een wintergast zijn. Als ik blad hark, hipt roodborst mee. De hark blijkt meer kruipend gedierte te onthullen dan ik zie. Roodborst hipt, pikt en slikt. Onderwijl passeren vinken en groenlingen uit het noorden. Door de lucht golvende stipjes die ‘tjup’ zeggen. Iedere morgen zie ik groepen spreeuwen over huis en tuin vliegen, naar het zuidwesten. Roestbruin zijn ze in de morgenzon. Die beschijnt ze van onderen. Nu nog wel.

(Natuurdagboek Trouw donderdag 2 okt. 2014)

Nazomer
DELEN