Verdwaalde ibissen
In Oost-Groningen stappen twee heremietibissen rond. Zouden heilige of zwarte ibissen daar al een bezienswaardigheid zijn, heremietibissen zijn helemaal uitzonderlijk. Die zijn bijna uitgestorven.
Toen Assad sr. zijn ijzeren vuist nog balde in Syrië, reisde ik er door de woestijn. Ik herinner me een eindeloos rechte weg door een vlakte, dor en leeg. Waarin de bus ineens stopte, om drie vrouwen uit te laten, die richting horizon sjokten. 50 graden. Een richtingaanwijzer: Damascus 200, Bagdad 800.
Ik sliep in de ruïne van een Baältempel. Niet zover daarvandaan werd later een kleine kolonie heremietibissen ontdekt. De soort was er blijkbaar nog niet uitgestorven. Syrië heeft vogelbescherming niet hoog op de agenda. Volgens Vogelbescherming zijn er nog drie heremietibissen. Ik hoop dat die goed met elkaar kunnen opschieten. In Marokko leeft de enige andere wilde populatie met naar schatting een paar honderd vogels.
Dat twee van die wilde vogels naar Oost-Groningen zouden dwalen, is niet helemaal uit te sluiten, maar de kans lijkt nauwelijks groter dan dat er zeg struisvogels zouden verschijnen. Of olifanten.
Ooit broedden heremietibissen, ook wel kaalkopibissen genoemd, in heel Noord-Afrika en Zuid-Europa, tot Duitsland aan toe. Ze werden bejaagd en uitgeroeid. In Spanje en Oostenrijk proberen mensen in gevangenschap gehouden ibissen uit te zetten en laten verwilderen. In Spanje heeft dat al tot voorzichtig broeden geleid. De Groninger vogels dragen kleurringen en zenders. Ze blijken uit Oostenrijk te zijn afgedwaald. Ze zijn helemaal niet schuw. Ze zijn door mensen grootgebracht in het Konrad Lorenz-instituut.
Had ik ze destijds maar ontdekt in Syrië! Als ik in Oost-Groningen ben, besluit ik even te gaan zoeken en heb ik ze gauw gevonden.
(Natuurdagboek Trouw 11 dec. 2013)