Regelmatig sturen lezers mij een zelf opgetekend verhaal uit de natuur. Soms krijg ik zelfs een complete bundel pennenvruchten, vaak uit eigen tuin. Het zijn vaak mooie verhalen, die getuigen van opmerkzaamheid en liefde voor de natuur.

Die boekjes worden meestal zelf gemaakt en verspreid. Dat verspreiden blijkt niet vanzelf te gaan. De hoop is dan dat ik ze aanprijs in mijn Natuurdagboek. Dat doe ik hooguit als inhoud én stijl me aangenaam verrassen, en zelfs dan nog zelden.

Natuurliefhebber Jan Theo Boer bood mij zijn Natuurdagboeken aan. Ik verwachtte bespiegelingen over mussen, mezen en merels zouden, maar nee, het betreft notitieboeken. Ze zijn mooi uitgevoerd en kosten 5,95. Er zijn vier boekjes: vogels, vlinders, bijen en planten. Daarin staan telkens 25 soorten afgebeeld, met vooral schrijfruimte waar aan de hand van vragen allerlei kenmerken, gedragingen en omgevingsfactoren te noteren zijn.

Van bijvoorbeeld de gewone koekoekshommel zijn er twee foto’s en een korte beschrijving. Verder dient de lezer in te vullen op welke datum en tijd hij een koekoekshommel ziet, in welke omgeving, diens afmetingen en kleuren, welk geluid hij maakt en wat hij doet.

Het lijken me geschikte boekjes voor wie graag naar wilde bloemen en beestjes kijkt, in de tuin en op wandelingen, en die niet goed weet waar te beginnen. De vragen dwingen je op relevante kenmerken te letten, ze leren je waar te nemen. Anders kom je thuis en wil je dat gekke beest dat je wandelpad kruiste opzoeken, en blijk je bijna niets onthouden te hebben, behalve dat het een wollig, zoemend beestje was, zwart met oranjebruin. Of was het nou grijs? En zat die oranje band ook alweer achter of voor op zijn lijf?

Met maar 25 per boekje kom je geheid soorten tegen, die er niet instaan. Toch lijkt het me al een uitdaging al die 25 te ontdekken, van akkerviooltje tot zwartkop, van atalanta tot zijdebij.

www.zelfgezien.nl

 

(Natuurdagboek Trouw donderdag 25 maart ’21)