Toevallige wesp

Hoewel ik geen schokkende ontdekking deed, beleefde ik een geval van serendipiteit. Dat lastig uitspreekbare woord komt uit een oud, Perzisch sprookje over het eiland Serendip. Serendipiteit wil zeggen dat je iets ontdekt als onbedoeld bij-effect van een zoektocht naar iets anders. Penicilline is zo’n toevallige ontdekking. En alchemisten vonden van alles, terwijl ze het recept voor goud zochten.
Mijn serendipiteit verschilt van de alchemistische, omdat ik vond wat ik zocht, al was het geen goud, maar daarbij iets nog leukers ontdekte. En bij die vondst opnieuw. Ik zocht spreeuwen om een verslaggever te laten zien. Hij zou over mijn spreeuwenboek schrijven en wilde spreeuwen zien. In een weiland graasden zes koeien. Daarnaast stond een groep kieviten te slapen, maar met de koeien stapten spreeuwen mee. Ze hoopten vast insecten te snaaien, die door de koeienpoten werden opgejaagd. Misschien vonden ze wel iets heel anders!
Bij de spreeuwen dacht ik: hier ergens bloeide toch ratelaar? Ratelaar is een citroengele bloem die op gras parasiteert. Het leek me een aanwinst voor de tuin, die wegens het parasiterende karakter de grasgroei zal beteugelen, wat mij scheelt in grasmaaien. Misschien was er nu ratelaarzaad.
De ratelaars stonden er nog, vol rammelende zaaddozen. Terwijl ik bukte en plukte viel mijn oog op een dillebloem, waarop een prachtige wesp zat. Gezien zijn buik leek het me een bladwesp. Bladwespen hebben geen wespentaille. Ik bladerde door een insectenboek, maar vond hem niet bij de bladwespen. Wel vond ik een graafwesp die erop leek. Ik zette de foto op waarneming.nl waar een kenner me toch naar de bladwespen verwees. Op internet bladerde ik langs tientallen bladwespen van het geslacht Tenthredo. Het bleek Tenthredo omissa te zijn.
(Natuurdagboek Trouw maandag 5 sept. 2016)