Tjiftjaf en grutto op tijd, lepelaar en zwartkop te vroeg
Afgelopen weekend braken de zon en de lente door. Ik zag mijn eerste en tweede citroenvlinder dit jaar, mijn tweede dagpauwoog, de eerste hommel, de eerste paardebloemen in bloei, de eerste en tweede bruine kiekendief, de eerste grutto’s, de eerste lepelaars en de eerste tjiftjaf.
Keurig volgens het boekje dienden de tjiftjaffen zich in de tweede week van maart aan, rond de tiende. Ze zijn uit Zuid-Europa gekomen. Rond de twintigste worden de volle neven van de tjiffen verwacht: de fitissen. Maar misschien komen ze eerder dit jaar. Dat hangt af van de toestand in West-Afrika, waar ze overwinteren, en van het weer onderweg. Bij een straffe noordenwind zullen ze vast even wachten alvorens de Sahara over te steken. Anders is de kans groot dat ze oververhit, uitgedroogd en uitgeput in het woestijnzand neerstorten.
De bruine kiekendieven en grutto’s arriveren keurig volgens de dienstregeling, maar de lepelaars zijn te vroeg. Die bereikten traditiegetrouw altijd op 18 maart hun nestbomen naast hotel de Zoete Inval in Haarlemmerliede en nu een week eerder. Rond 1 maart waren er zelfs al lepelaars gezien op Texel.
Begin maart vertelde Trouwlezer Henk Strietman dat hij een zingende zwartkop in zijn tuin had. Dat is vroeg voor zwartkopjes, van wie de mannetjes doorgaans pas eind maart beginnen binnen te druppelen. De vrouwtjes komen nog iets later, ze laten de mannen vast een woonplek regelen. Een zingend mannetje begin maart heeft wellicht bij ons overwinterd, want zwartkopjes zijn op het gebied van klimaatverandering beter op de hoogte dan sommige staatshoofden. Een deel van onze zwartkopjes trekt niet meer naar Afrika, maar hooguit naar Frankrijk of Engeland. Een klein deel blijft zelfs in Nederland, ik zie er ’s winters heel soms een in mijn tuin. Zo’n overwinteraar moet de voedselarme winter zien te overleven, maar hoeft geen enorme vliegreis af te leggen en kan zich in de lente als eerste met feestelijk gezang een territorium toeëigenen, bijvoorbeeld in de tuin van Strietman.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 14 maart 2017)