Speenkruid is wel heel vroeg
De tuinen, voorzover niet betegeld, bekiezeld of bedekt met kunstgras, huisvesten nog veel laat- en vroegbloeiende planten. Meestal zijn het enkele volhouders of vroegerds. Soms ook zijn ze al met vele, zoals de narcissen. Ineens stromen de mailtjes binnen met foto’s van narcissen. De bermen staan in bloei!
In december heb ik nog nooit zoveel bosjes gele trompetnarcissen meegemaakt. En er zijn meer rariteiten. Ik kreeg een foto van bloeiend komkommerkruid en een foto van bloeiende waterscheerling. Er zijn al bosanemonen gezien en speenkruid.
Speenkruid en bosanemoon zijn ieder jaar van die hoogtepunten die de lente bevestigen. Ik zie de eerste in Groningen altijd relatief laat, want Groningen ligt voor Nederlandse begrippen al een eind richting poolcirkel. Er is een slootkant waar overdag de zon op schijnt en waar ik naar of uit de stad langsfiets. Daar zie ik altijd het eerste speenkruid. En dan zie ik het tweede, derde en vierde ook altijd wel, want die slootkant staat vol speenkruid en als er één bloeit, bloeien er meer.
Dit jaar werd mij reeds vanaf november bloeiend speenkruid gemeld. Als de lente halverwege de herfst al begint, gaat de lol er wel een beetje af, vind ik. Ik zal zeker die sloot inspecteren, maar als daar al iets bloeit, ben ik anderhalve maand later dan het eerste speenkruid en is het verrassende lente-effect toch minder.
Sommige insecten kruipen door de warmte uit hun winterschuilplaatsen, maar moeten zo’n late of vroege bloem vinden, om stuifmeel te kunnen eten. Het lieveheersbeestje op de foto heeft geluk met zijn speenkruid. Andere gaan dood. Het kan in januari of februari trouwens nog ijskoud worden, dan vriest die hele vroege lente alsnog kapot.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 22 dec. 2015)