Snip op de rustplaats

Snip op de rustplaats

Houtsnip. Foto Erik Sanders

Over de begraafplaats klapwieken tientallen houtduiven. Er zit één vreemde eend in de bijt. Nee, geen eend. Het is een vogel met een duifachtig lijf, maar met een lange, dunne snavel die vooruitsteekt; een snavel als van een grutto.

Het is een houtsnip. Houtsnippen zijn één van de twee soorten snippen die in ons land broeden. Meer dan om te broeden zijn ze bij ons op bezoek. De houtsnippentrek is in volle gang. Uit de Scandinavische, Finse en Baltische bossen vliegen de vogels naar het zuidwesten. Ook bij ons overwinteren ze.

Tijdens hun trek willen ze weleens doodmoe neerstrijken in een stad. Zoals altijd in november worden er veel foto’s van gestrande houtsnippen op vogelvraagfora geplaatst. Vaak zijn de snippen dood. Ik heb eens een halve houtsnip gevonden op een pas gemaaid grasveld. In de stad botsen houtsnippen zomaar tegen een raam. En ze zijn een gemakkelijke prooi voor katten. Ik zag eens een moede houtsnip in mijn tuin zitten, toen ik mijn huis verliet. Hij had zich onder een struik verstopt en het was een wonder dat ik hem zag, want houtsnippen hebben zo’n goede schutkleur dat ze in het bos waar ze leven vrijwel onzichtbaar zijn. En in mijn tuin ook. Helaas scharrelt in elke tuin op elke vierkante centimeter elke dag wel een kat rond en toen ik ’s middags thuiskwam zag ik een kat met zijn voorpoot op het opengereten snippenlijf zitten. Sommige stadsmensen noemen dat “de natuur”.

Watersnippen zijn weide- en moerasvogels. Houtsnippen zijn bosvogels. Het zijn in Nederland de enige steltlopers die in het bos broeden. Ze scharrelen over de grond en wroeten met die lange snavel eetbare beestjes uit de bladerlaag. Ze vliegen boven de kruinen en zijn dan beducht voor sperwers en haviken. Op ramen, grasmaaiers en katten letten ze minder.

De houtsnip boven de begraafplaats heeft zijn rustplaats beter gekozen. Hopelijk wordt het niet zijn laatste.

(Natuurdagboek Trouw woensdag 14 november ’18)

DELEN
Reacties zijn gesloten.