Sluipwesp vermomt zich als mier
In het duinbos staan we bij een mierenhoop van rode bosmieren. Altijd oppassen met die beestjes, hun krijgers kunnen pijnlijk bijten. Rode bosmieren werpen zich zonodig zonder aarzeling op iedere vijand. Tenzij die sprekend op hen lijkt.
Zó sterk lijkt de vleugelloze sluipwesp op een mier, dat de rode bosmieren hem niet als vijand herkennen. Dat kost de sluipwesp minder moeite dan je zou denken. Wespen en mieren horen tot dezelfde insectenorde van de vliesvleugeligen. Een wesp met het formaat en de kleur van een bosmier, zoals de sluipwesp op de foto, hoeft alleen maar zijn vleugels af te werpen, of geen mier herkent hem nog als wesp. Vandaar dat deze op mieren parasiterende sluipwespen geen vleugels hebben. Ze proberen eitjes te leggen in de mierenhoop. Ze gedragen en bewegen zich daarbij precies zoals een mier.
Nu herkennen rode bosmieren hun metgezellen en vreemdelingen niet zozeer door te kijken, maar vooral door te ruiken. Het chemische arsenaal aan geurstoffen dat mieren gebruiken mag er zijn. De vleugelloze sluipwespen van het geslacht Gelis verspreiden dezelfde geur als hun beoogde slachtoffers. Dat is nog eens gewiekst! Ze ruiken precies zo als de bosmieren en worden daarom niet herkend als gevaarlijke indringers.
Dat is door onderzoekers van de Vrije Universiteit althans aangetoond voor een andere, kleinere vleugelloze sluipwesp: Gelis agilis. Die gebruikt zijn geur niet alleen om wegmieren te foppen, maar ontmoedigen er ook spinnen mee. Op de grond rennen wolfspinnen rond, die een sluipwesp niet versmaden. Mieren zouden ze ook wel lusten maar laten ze met rust, omdat die een alarmgeurtje afgeven dat een bataljon vechtmieren mobiliseert. De sluipwesp scheidt precies hetzelfde geurtje af en de wolfspin kijkt wel uit.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 5 juli 2016)