Overstekende marter

Overstekende marter

Steenmarter. Foto C. Schout
Steenmarter. Foto C. Schout

Tegen half 12 ’s avonds fiets ik over een fietspad vlakbij mijn huis. Tien meter voor me schiet een beest over het pad. Ik zie meteen wat het is: een marter. Twee dagen ervoor had ik marterpoep in mijn tuin gevonden. Onze konijnen zijn door een marter onthoofd, de autokabels zijn doorgeknaagd, van de winter vond ik martersporen in de sneeuw en ik heb soms nachtelijke geluiden gehoord, die de griezelzenuwen tartten. Drie jaar geleden zat er een bij de buren op zolder. De marter klom in een boom en drong via de dakgoot binnen. Toen ze wat takken hadden afgezaagd, bleef hij weg. Bij andere buren hing een marter in de kruipruimte rond.

Maar gezien heb ik de marter nog nooit. Een steenmarter is het. Steenmarters stellen een stenen omgeving op prijs. In de stad zijn schuurtjes, hokken, zolders om te wonen, autokappen om onder te dutten, bosjes en doorgangen om ongemerkt te wandelen, en er is te eten: muizen, kippen, konijnen, cavia’s. Naast mensen en rijdende auto’s hebben steenmarters in de stad geen vijanden. De in het wild levende topatleten zijn huishonden te slim en snel af en een steenmarter kan een kat aan, die het overigens niet gauw zal wagen een marter aan te vallen. Ik heb een kat gezien die een bunzing dacht te kunnen trotseren. De bunzing nam een hap uit de kattennek en de kat heeft zich twee etmalen bevend van angst verstopt. Een steenmarter is anderhalf keer zo groot als een bunzing.

De overstekende marter verstopt zich onder een lage heg. Ik fiets erheen en ritsel. Daar rent hij over een grasveld naar de bosjes, waar hij oplost in het duister.

(Natuurdagboek woensdag 24 sept. 2014)

DELEN
Reacties zijn gesloten.