Gele bloemen stijf, maar soepel

Tussen de stenen van mijn terras bloeit al weken een gele composiet. Weinig planten zijn zo lastig uit elkaar te houden als gele composieten. Er zijn paardebloemen, melkdistels, tandzaden, heelblaadjes, havikskruiden, kruiskruiden en nog een hele zwik gele composieten. Composiet betekent samenstelling. Composieten hebben samengestelde bloemen. Wat één bloem lijkt, is een compositie van tientallen kabouterbloempjes.
De terrasbloeier lijkt mij een havikskruid. Havikskruiden en hun familieleden als muizenoor, leeuwentand en biggenkruid zijn onderling verschillend, al zijn er vaak overlappen. De ene soort groeit bijvoorbeeld meestal uit een bladrozet op de grond, maar niet altijd, terwijl de ander het meestal zonder doet, maar soms toch een rozet vormt. Maar met meerdere kenmerken moet determineren toch lukken? Laat ik het proberen.
Ik kom met plantenboek en internet uit op stijf (soms ook stijve genoemd) havikskruid. Die soort heeft gele bloemen (check), meestal geen rozet (check), een kale stengel met veel verspreide blaadjes (check), heeft onbehaard blad (check), groeit op zandgrond (stratemakerslaag van tien centimeter), groeit ook in bermen (is mijn terras een soort berm?) en bloeit tot laat in de nazomer (check).
Stijf havikskruid dus. Geen dicht, muur-, bos- of weidehavikskruid. Nederlandse bloemen hebben vaak poëtische namen (zonnedauw, guichelheil) maar bij gele composieten is het poëtisch gehalte lager. Klinkt het Engelse ’dandelion’ vloeiend als een zacht deinende zee, terwijl het de dreiging van een leeuw bevat, bij ons is het een ‘paardebloem’. Overigens is onze leeuwentand een betere vertaling van dandelion, maar een andere soort. Havikskruid is best een mooie naam, maar hoezo stijf? Geen plant plooit zich zo soepel tussen de stenen door, trotseert zoveel voeten en terrasstoelen en bloeit zolang door. Soepele jongens hoor, die stijve havikskruiden!
(Natuurdagboek Trouw donderdag 25 september 2014)