Noot van de roek

Noot van de roek

Roek. Foto Koos Dijksterhuis
Roek. Foto Koos Dijksterhuis

Er ligt een walnoot in mijn tuin, hoewel er geen walnotenboom in de buurt staat. Misschien heeft een overvliegende roek de walnoot laten vallen. Roeken zijn gek op walnoten en ik zie ze soms boven mijn tuin. Ik heb ze ook wel op het gras in mijn tuin zien rondstappen.

In Noord-Nederland komen relatief veel roeken voor. Ze zijn niet geliefd, omdat ze eruitzien als kraaien en omdat ze in kolonies broeden. Onder de kolonies vallen takken en poepjes en klinken schorre kletsverhalen want het zijn praatjesmakers. Ik neem die drie ongemakjes graag voor lief, alles beter dan roekeloosheid!

Roeken zijn een van de kraaiachtigen. Ze zijn ongeveer even groot als zwarte kraaien, maar stappen met een rechtere houding door het gras. Het begin van hun snavel is grijs als bij een oude van dagen. De grijsaards zijn meer uit op zaden, noten en vruchten dan zwarte kraaien. Niet voor niets worden roeken in het Duits Saatkrähen genoemd: zaadkraaien.

Zoals veel kraaiachtigen zijn roeken slordige nestenbouwers, maar zijn ze wel gesteld op een zorgvuldige afwerking. Ze luisteren hun nest graag op met blingbling en misschien hebben ze daaraan hun naam wel te danken. In het Engels is roek rook, en andere betekenissen daarvan zijn oplichter, bedrieger en dief. Maar de naam wordt ook wel aan hun roep toegewezen, ze zouden elkaar ‘roek’ noemen, al hoor ik dat niet in hun gekras.

Dat een roek een walnoot laat vallen, is geen stuntelige vergissing. Kraaiachtigen zijn beslist geen stuntels, ze zijn handig en slim en als een roek een walnoot laat vallen, doet hij dat met opzet. Het valt voor een roek niet mee om een walnoot te kraken en dus laat hij hem kapot vallen. Als er dan toevallig een kat of mens verschijnt, durft hij hem niet te pakken. De walnoot in mijn tuin is niet gebarsten. Ik kraak hem zelf en eet hem op.

(Natuurdagboek Trouw maandag 13 nov. 2017)

DELEN
Reacties zijn gesloten.