Muis met routeplanner
Huismuizen zien er koddig uit, maar kunnen je het leven zuur maken. Elke avond geritsel en gescharrel, elke morgen keutels in kasten en laden. Aan flarden geknaagde theedoeken, een tunnel in het brood, overal waar heerlijkheden liggen, liggen keutels.
Een kat is geen optie, vanwege diverse redenen. Dood maken mag niet van u, Trouwlezers, u heeft mij vorige jaar massaal bezworen ze levend te vangen en buiten vrij te laten. Daarmee gaan ze een vreselijke dood tegemoet, verdwaald en helemaal alleen verhongeren ze, tenzij ze meteen gegrepen worden door een kat, reiger, kraai, buizerd of andere lekkerbek.
Maar uw wens is mijn bevel, dus kwam er een leefval van moderne snit. Een plankje waarop een mini-iglo van koperdraad met twee fuik-achtige ingangen. Lokaas erin en bingo.
Bij inspectie van dichtbij drukt de muis zich angstig tegen de andere kant van het kooitje, zijn staart kronkelt naar buiten. Als zoon de muis bekijkt, wil hij hem aaien en bij zijn hamster inkwartieren. Maar dat gaat niet door. De muis maakt in zijn kooitje een enerverende luchtreis van driehonderd meter. Aan de overkant van de sloot mag hij eruit. Deurtje open, muis sprint in een kaarsrechte lijn richting sloot, springt zonder aarzeling in het water en zwemt al even vastberaden en kaarsrecht naar de overkant, een afstand van een meter of vijf. Dat is zo’n honderd keer zijn eigen lengte zonder staart.
Zou een huismuis een ingebouwd magneetje hebben, een routeplanner zoals duiven en schildpadden? En rent hij linea recta terug naar het huis van de heerlijkheden?
De koelkast zit verstopt van achter. Theedoekflarden. Er liggen zeven dode babymuisjes in.