Mees met lange snavel
De kruisbek die hier laatst met zijn scheve snavel stond afgebeeld deed Jeanneke van der Linden denken aan de koolmees die afgelopen lente in haar tuin op de zaden afkwam. Ze stuurde me een vage foto; er leken twee twijgjes aan ’s mees snavel te kleven, maar dat zou nog merkwaardiger zijn geweest dan een doorgegroeide snavel.
Van der Linden reageerde ad rem op de suggestie van takjes. ‘Ruim vier weken lang op dezelfde plaats vastgeklemd? Boven en onder symmetrisch? Dat is dan wel heel hardnekkig. En dan toch nog flink kunnen eten? Ik geloof er niets van.’ Zij speurde op internet en vond vergelijkbare snavels.
Vogelsnavels groeien door alsof het caviatanden of mensennagels zijn. Ze slijten voortdurend door het gepik en gewroet en gepoets langs een tak. Scholeksters die tussen rotsen en basaltblokken hun kostje bij elkaar scharrelen hebben kortere snavels dan scholeksters op het strand.
Koolmezensnavels schommelen in lengte rond de twaalf millimeter. De snavels van Engelse koolmezen zijn gemiddeld een millimeter langer dan de snavels van Nederlandse koolmezen. Dat blijkt uit recent onderzoek van Engelse en Nederlandse biologen van onder meer het Instituut voor Ecologie (goo.gl/HTddC5). Het lengteverschil gaat gepaard met verschillen tussen genen die de snavelgroei bepalen. Wellicht is het lengteverschil dus geëvolueerd en geen gevolg van slijtage. De onderzoekers suggereren dat Britse mezen vaker gevoerd worden met silo’s waaruit de langste snavels de meeste korrels kunnen plukken. Volgens mij zijn er in Nederland weinig mezen die nooit in een tuin bijbeunen, dus het verschil zou nog groter moeten zijn met snavels van mensenschuwe mezen in afgelegen bossen. Maar die zijn niet gemeten.
Nog opmerkelijker dan de rare snavel van de mees bij Van der Linden is wel dat ie ermee wist te overleven. ‘Het was een alfamees’, meldt ze, ‘hij joeg alle andere vogels weg als hij wilde eten.’
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 15 dec. 2017)