Het vroege blad van de aronskelk

Het vroege blad van de aronskelk

Aronskelken. Foto Koos Dijksterhuis
Aronskelken. Foto Koos Dijksterhuis

De aronskelken komen op in mijn tuintje. Hun gevlekte bladeren verschijnen tussen het gevallen herfstblad. Ze zijn er vroeg bij. Ze moeten wel vroeg zijn, want in de lente zullen ze al bloeien als de bomen nog geen blad dragen. Dan staan ze op de bos- en tuinbodem in het zonnetje. Later, als de kruinen de bodem verduisteren, vormen ze aren vol oranje bessen. Maar voor het zover is, moeten hun bloemen bestoven worden. Daarvoor hebben ze een truc bedacht.

Aronskelken krijgen bekervormige bloemen waaruit een slurf steekt die een ranzig luchtje verspreidt. Vliegen vinden dat ranzige luchtje juist heerlijk en komen eropaf. Ze hebben geen houvast op de randen van de beker, glijden uit en vallen erin. Daar wacht hun geen gruwelijk einde, maar een dagje gevangenschap. Ze wentelen zich door de kelk en raken onder het stuifmeel. Vervolgens worden ze weer vrijgelaten. Met hun kabouterhersentjes komen vliegen niet op het idee zo’n bloem voortaan te mijden, ze trappen zomaar in dezelfde val, waar ze de bloem met het meegebrachte stuifmeel bevruchten.

Misschien onderschat ik het denkraam van vliegen, en maken de beestjes een bewuste keuze om opnieuw in zo’n bloem te belanden. Misschien genieten ze wel met volle teugen van hun verblijf in de aronskelk – het ruikt er heerlijk, het is er beschut en er is stuifmeel in overvloed. Ze zouden hun dag in gevangenschap als dagje vrijaf kunnen ervaren.

De aronskelk is een stinzenplant. Net als allerlei bolgewassen werden aronskelken in en na de Middeleeuwen populair onder welgestelden, die er de tuin om hun landhuis mee lieten beplanten. Zulke landhuizen waren van steen, niet van hout zoals armeluiswoninkjes. In Friesland heetten de steenhuizen stinzen, waarnaar de bloeiende planten zijn genoemd, die in de landgoederen verwilderd zijn.

Zelf woon ik ook in een stenen huis met verwilderde aronskelken, maar een landgoed zou ik mijn tuintje niet noemen.

(Natuurdagboek Trouw donderdag 14 dec. 2017)

DELEN
Reacties zijn gesloten.