Medicijnen voor de bij
Met geneesmiddelen denkt de Europese landbouwcommissie iets te kunnen doen aan de massale bijensterfte van de afgelopen jaren, las ik in Trouw. Bij honing denk ik aan korven en kasten bij bloemenweiden, aan natuurproducten en ecowinkels. Ten onrechte, zo haalden verschillende imkers me uit de droom. Varroamijten en andere aandoeningen worden bestreden. Met honderden overwinteren de bijen op een warme kluit, dus als daar iets besmettelijks opduikt, gaan ze er allemaal aan.
Het helpt niet, de bijen sterven door. De oplossing wordt gezocht in nog meer chemicaliën. Alsof er al niet genoeg chemicaliën op het land worden gesproeid. Sommige mensen vermoeden dat bijen aan die chemicaliën ten onder gaan. Bijen zouden best eens dood kunnen gaan van insecticiden.
Bij leven leven bijen van nectar en stuifmeel, die ze uit bloemen halen. Bloemen zijn de afgelopen halve eeuw in grote delen van het platteland doodgespoten, weggemest en gemaaid, zodat op akkers, weilanden en particuliere bermen hooguit een paardebloem het uithoudt. Onze tuinen bedekken we met tegels, stenen, grind en vlonderhout.
Nu het voedsel van bijen voor een groot deel verwijderd is en de bijenstand keldert, komt de mens met een oplossing: medicijnen. De chemische bedrijven die insecticiden en onkruidverdelgers maken, verdienen aan de medicijnen. Dus voor de economie is het goed.
Of het ook goed is voor de landbouw? Zelfs de modernste gewassen moeten bestoven worden. De bijen kunnen het er druk mee hebben. In de kassen van Zuidoost-Drenthe raken uitgezette bijen burnt-out van hun drukke bestuivingswerk. Maar na hun werkzame bestaan krijgen ze van Staatsbosbeheer een luizenleven in het natuurgebied Bargerveen.
We zorgen goed voor onze bijen, met medicijnen en een rustige oude dag.