Maartse lentebui
![Kraanvogels. Foto Henk Strietman](https://dijksterhuis.net/wp-content/uploads/2017/03/Kraanvogels-Foto-Henk-Strietman-ndb-di7.3.17.jpg)
Het is maart en dat zullen we horen! Om half zeven ’s morgens beginnen de zilvermeeuwen. Na de winter laten ze weten wie waar de scepter zwaait. Met klaaglijke zowel als tevreden klanken, gegrinnik en geklieuw laten ze van zich horen – zilvers bezigen een rijke woordenschat. Na de meeuwen zet een heggemus in. Vervolgens laten ook de koolmezen zich betuigd.
We maken een wandeling door een oud, gemengd bos bij Nijmegen. Als na een maartse bui de zon langs de wolken gluurt, barst het lentegekrakeel pas echt los. Vinken slaan, roodborstjes en winterkoninkjes verkondigen hun riedels. De merels zingen eindelijk uit volle borst en de zanglijsters nemen met heldere, luide en gevarieerde klanken het woord. Boomklevers proberen eroverheen te djiepen, een groenling knarst en bonte spechten roffelen en tjikken. Dan klinkt er “pieuw, pieuw, pieuw’, gevolgd door een zwaardere roffel die lang aanhoudt. Even later schalt er een schaterlach door het bos – een zwarte specht, één van de mooiste vogels van ons land. Helaas laat hij zich niet zien.
Als de kletsmajoors even zwijgen, valt het achtergrondkoor op – een zacht maar zenuwachtig gepruttel van een stuk of tien putters. Dan klinkt ook het hoge, korte en schelle piepje van een appelvink. Helaas lukt het niet hem in de kijker te krijgen. Wel krijgen we twee andere hoge piepers in beeld. Piepkleine vogels die door de kruinen van een paar beuken schieten. Op en neer, heen en weer, geen moment zitten ze stil. Goudhaantjes zijn het, maar geen gewone. Deze zijn minder geel maar meer oranje op hun kruin en hebben een duidelijke oogstreep en wenkbrauw. Bovendien piepen ze scheller dan goudhaantjes en dat ze niet door de kruinen van naaldbomen hippen, bevestigt hun minder kieskeurige boomkeuze. Goudhaantjes beperken zich strikter tot naaldbomen dan vuurgoudhaantjes.
Ineens horen we van boven een fraai getoeter. Hoog over het bos schuift een V van dertig kraanvogels voorbij. Richting broedgebied in het noordoosten. Die schoonheden brengen ons pas echt in een vrolijke, maartse lentebui.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 7 maart 2017)