Luchtfietsende buizerds
Allerlei lentewaarnemingen worden gemeld: de eerste zingende zanglijsters, de eerste bloeiende bosanemonen. Er zijn veel baltsende buizerds gezien, ook door ondergetekende.
Baltsen is trouwens een groot woord voor het gezamenlijk (v+m) rondcirkelen, genietend van de eerste thermiek op een windstil zonnedagje. Hun karakteristieke gemiauw verraadt de roofvogels vaak al voordat ze zich laten zien. Dat karakteristieke is te nuanceren: gaaien hebben een sterk op buizerdgemauw lijkende roep en spreeuwen doen hem feilloos na. Feilloos voor onze beperkte mensenoren, althans. Ik denk dat een spreeuw of andere zangvogel het verschil wel hoort; ik heb tenminste nooit een vogel op de vlucht zien slaan als een spreeuw een buizerd imiteerde. Ik denk ook dat een buizerd het verschil hoort. Ik heb tenminste nooit een buizerd zien of horen reageren op een spreeuw.
Spreeuwen zijn trouwens geen hoofdprooi voor buizerds, behalve in mei, als de nieuwe generatie spreeuwen het hol verlaat. Dan krijgen jonge buizerds ineens spreeuwenkuikens te eten. Buizerds eten wat de pot schaft: jonge vogels, kikkers, wormen, maar vooral kleine zoogdieren, bij voorkeur veldmuizen.
Voordat ze die aan hun kroost voeren, moet er gelegd, gepaard, genesteld en gebaltst zijn. Balts gaat gepaard met acrobatische capriolen: als een buizerd op dreef raakt vliegt ie een soort sinuscurve met steile stijgingen, trage toppen en razendsnelle duikvluchten. Vaak wordt met zulke luchtfietserij ook het territorium bevestigd dan wel in beslag genomen. Er zijn vaak meer buizerds dan territoria en dan hangen er de hele zomer vrijgezelle rivalen rond.
Momenteel zijn er behalve de broedvogels en vrijgezelle aspirant-broedvogels ook nog veel buizerds uit Scandinavië. Die brengen liever hier de winter door dan in hun besneeuwde en schemerige broedgebied. Lente mag dan in de lucht lijken, de winter duurt nog ruim een maand.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 16 februari ’23)