Vogels voor beginners
Toen mijn dochter twee was, en je wees haar op een vogel in de tuin met de mededeling: ‘vogel’, zei ze: ‘Nee, ekster’. Dat was verrassend betweterig. Peuters kennen vaak alleen archetypische woorden: huis, boom, hond, fiets, raam.
Wat vogels betreft blijven sommigen in dat archetypische stadium steken. Velen weten nog wel dat niet iedere drijfsijs een eend is, maar verder dan zwaan, gans, misschien meerkoet en soms fuut, reikt de watervogelkennis zelden.
Hoeveel van de lezers van dit Natuurdagboek zouden weten wat een smient is? Of een taling? Mocht u niet paraat hebben hoe die vogels er uitzien, dan is het boekje Natuurboek een mooi begin. Het is een selectie van de natuurrubriek van Willem Kolvoort en Gerrit Jansen in De Gelderlander. Kolvoort beeldt bijna honderd vogels of ander dieren uit, waarbij Jansen een toelichting voor beginners schrijft. ‘De ijsvogel kan niet tegen vorst’, schrijft hij bijvoorbeeld. Ik ben na vijftien jaar Natuurdagboek wellicht zo vertrouwd met zulke weetjes, dat ik ze als algemeen bekend ben gaan beschouwen. Maar het zou best kunnen dat driekwart van de Nederlanders geen idee heeft over hoe een ijsvogel eruitziet, en bij het horen van de naam denkt dat het een pooldier is. Mocht dat idee ook bij u zijn opgekomen, al was het maar een ogenblik, dan zou u Natuurboek (Uitg. Passage, €22,50) er eens op kunnen naslaan. Ook voor kinderen is het leuk; het kan hun peuterachtige betweetgierigheid helpen te handhaven.
De smient staat in het boekje, en beide talingen. Er is namelijk een zomer- en een wintertaling. Het zijn prachtige dieren. Kolvoort beeldt ze herkenbaar, maar niet realistisch af. Hij geeft ze vaak een te groot hoofd, en meestal twee bolle ogen, ook in zij-inzicht, als Picasso après-la-lettre. Zoals de ijsvogel op de foto, evenals het visje dat ie vangt. Dat visje, ik gok een bittervoorn, krijgt als figurant geen toelichting.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 15 februari ’23)